ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2893
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Mateman
- mrs. Brouwer
- mr. Kronenberg
- Rechtspraak.nl
Invoer van cocaïne door minderjarige koerier met onbeheerde koffer
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte die beschuldigd werd van de invoer van cocaïne. De verdachte had op 29 juli 2006 op Schiphol ongeveer 1.305 gram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland gebracht. De raadsman van de verdachte voerde aan dat zijn cliënt geen opzet had op de invoer van de drugs, omdat hij zijn koffer onbeheerd had achtergelaten bij zijn neef en niet op de hoogte was van de voorbereidingen die waren getroffen om de koffer te gebruiken voor drugssmokkel. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte zich bewust had moeten zijn van de risico's die verbonden waren aan het onbeheerd achterlaten van de koffer, vooral gezien de bekende problematiek van drugssmokkel vanuit Suriname naar Nederland.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, door zijn koffer onbeheerd achter te laten en deze van Suriname naar Nederland te vervoeren zonder enige controle, zich willens en wetens blootstelde aan de aanmerkelijke kans dat hij verdovende middelen vervoerde. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 12 dagen en een voorwaardelijke jeugddetentie van 6 maanden geëist, alsook een werkstraf van 180 uur.
De rechtbank legde uiteindelijk een jeugddetentie op van 192 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf van 180 uur. De rechtbank oordeelde dat de inbeslaggenomen goederen, waaronder een koffer en instapkaarten, verbeurd verklaard moesten worden, omdat deze gebruikt waren bij het begaan van het strafbare feit. De uitspraak benadrukt de ernst van drugssmokkel en de verantwoordelijkheden van de verdachte, ondanks zijn minderjarige status.