ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ3472

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/501072-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Toeter
  • mrs. Brouwer
  • Pott Hofstede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensensmokkel via Schiphol met gebruik van een paspoort van de zoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 november 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De verdachte trachtte een minderjarig persoon, aan wie de toegang tot Nederland en Groot-Brittannië was ontzegd, te smokkelen met behulp van het paspoort van haar zoon. De feiten vonden plaats op 11 augustus 2006 te Schiphol, waar de verdachte de minderjarige begeleidde en twee paspoorten ter controle aanbood aan de Koninklijke Marechaussee. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het helpen van de minderjarige bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en het opzettelijk gebruik maken van een niet op haar naam gesteld reisdocument. De rechtbank achtte de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en oordeelde dat de verdachte strafbaar was. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zeven maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werden de in beslag genomen vliegtickets en geldbedragen verbeurd verklaard. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van vertrouwen in het internationaal personenverkeer.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
VESTIGING SCHIPHOL
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: [nummer]
Uitspraakdatum: 24 november 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 november 2006 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in P.I.V. HvB Nieuwersluis.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
zij op of omstreeks 11 augustus 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een ander, te weten een (minderjarig) persoon zich noemende [de man], behulpzaam is geweest bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij, verdachte, al dan niet tegen betaling van een geldbedrag of een in het vooruitzicht gestelde beloning,
- voor voornoemd persoon een paspoort (op naam van [de man]) geregeld en/of
- (vervolgens) voornoemd persoon, zich noemende [de man], begeleid op de vlucht van Abuja
(Nigeria) naar Amsterdam en/of
- (vervolgens) bij de gatecontrole te Schiphol twee paspoorten, te weten haar eigen paspoort en/of
het (look-a-like) paspoort op naam van [de man], aangeboden ter controle,
terwijl zij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis wederrechtelijk was;
2.
zij op of omstreeks 11 augustus 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op haar/hun naam gesteld reisdocument, te weten een (nationaal) paspoort (van Nigeria, voorzien van nummer [nummer], op naam van [de man], geboren op [geboortedatum]), welk gebruik hierin bestond dat zij, verdachte, op voornoemde datum voornoemd paspoort ten behoeve van een gatecontrole op de luchthaven Schiphol, heeft overhandigd aan een ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee belast met de grensbewaking;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat zij
1.
zij op 11 augustus 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een ander, te weten een minderjarig persoon zich noemende [de man], behulpzaam is geweest bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij, verdachte,
- bij de gatecontrole te Schiphol twee paspoorten, te weten haar eigen paspoort en het look-a-like paspoort
op naam van [de man], aangeboden ter controle, terwijl zij, verdachte, wist dat die toegang en die
doorreis wederrechtelijk was;
2.
zij op 11 augustus 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op naam van die ander gesteld reisdocument, te weten een nationaal paspoort van Nigeria, voorzien van nummer [nummer], op naam van [de man], geboren op [geboortedatum], welk gebruik hierin bestond dat zij, verdachte, op voornoemde datum voornoemd paspoort ten behoeve van een gatecontrole op de luchthaven Schiphol, heeft overhandigd aan een ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee belast met de grensbewaking;
De rechtbank heeft niet bewezen geacht hetgeen verdachte onder feit 1 na het eerste en tweede gedachtestreepje is ten laste gelegd, nu de steller van de tenlastelegging in feit 1 enkel als pleegplaats “Schiphol, in de gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland” heeft opgenomen, terwijl de - onder de eerste twee gedachtestreepjes vermelde en door verdachte bekende - handelingen niet op Schiphol en evenmin elders in Nederland zijn begaan.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1: Mensensmokkel
Ten aanzien van feit 2: Medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie en van overige beslissingen
6.1. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, veroordeling van verdachte terzake de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden, zulks met aftrek van de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de onder verdachte in beslaggenomen vliegtickets, instapkaarten, 200 US Dollars en 850 Engelse Ponden dienen te worden verbeurd verklaard.
6.2. Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door te trachten een jongen, aan wie de toegang tot en het verblijf in Nederland en Groot Brittannië niet was toegestaan, met gebruikmaking van het paspoort van haar zoon via Nederland naar Engeland te smokkelen.
Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan het in standhouden van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd, terwijl het beeld en de positie van de 'echte' asielzoeker daardoor kan worden geschaad.
Door bij die mensensmokkel ten behoeve van de te smokkelen jongen gebruik te maken van het paspoort van haar zoon, heeft verdachte het vertrouwen dat in het internationaal personenverkeer moet kunnen worden gesteld in het rechtmatig gebruik van dergelijke identiteitspapieren, misbruikt.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
6.3. Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee vliegtickets en vier instapkaarten, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezenverklaarde feit met behulp van die voorwerpen die aan verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslaggenomen en niet teruggegeven geld, te weten 200 US Dollars en 850 Engelse Ponden, dient te worden verbeurdverklaard. Bewezen is verklaard dat verdachte opzettelijk de onder 3. vermelde feiten heeft gepleegd. Teneinde de bewezen verklaarde mensensmokkel mogelijk te maken is het nodig dat de mensensmokkelaar en/of de te smokkelen persoon over geld beschikt/beschikken. Daarnaast is aannemelijk dat verdachte voor haar betrokkenheid bij deze mensensmokkel een beloning heeft ontvangen. Aangenomen moet daarom worden dat het bij verdachte aangetroffen en haar toebehorende geldbedrag, met name gelet op de hoogte daarvan, bestemd was tot het begaan van het onder 1 bewezen geachte feit dan wel geheel of grotendeels door middel van de bewezenverklaarde feiten is verkregen.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 33, 33a, 47, 56, 197a, 231.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder 1 en 2 is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
- nr. 1: 200 US Dollars;
- nr. 2: 850 Engelse Ponden;
- nr. 5: 1.00 STK vliegticket KLM, nr. 0742465684160;
- nr. 6: 2.00 STK instapkaart KLM;
- nr. 7: 2.00 STK instapkaart KLM;
- nr. 8: 1.00 STK vliegticket KLM, nr. 0742465684648.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Toeter, voorzitter,
mrs. Brouwer en Pott Hofstede, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier Van den Bergh,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 november 2006.