ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ3962
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Robert
- mrs. Mateman
- mrs. Burg
- Rechtspraak.nl
Seksueel misbruik van minderjarige buurmeisje door verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 november 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van zijn buurmeisje. Het slachtoffer was aan het begin van deze periode 9 jaar oud en het misbruik heeft voortgeduurd tot haar 11e levensjaar. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn overwicht en heeft het slachtoffer bedreigd, waardoor zij niet in staat was om anderen over het misbruik te vertellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het handelen van de verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer op grove wijze heeft geschonden en ernstige psychische gevolgen voor haar heeft gehad.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechtbank heeft het primair tenlastegelegde feit bewezen verklaard, namelijk het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, en heeft de verdachte strafbaar verklaard. De officier van justitie heeft een jeugddetentie van 132 dagen geëist, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, waaronder begeleiding door de jeugdreclassering en een verbod op contact met het slachtoffer.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 3.263,46, en heeft de verdachte veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de wettelijk vertegenwoordiger van het slachtoffer. Daarnaast is er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoon van de verdachte, zoals blijkt uit het voorlichtingsrapport van Bureau Jeugdzorg. De rechtbank heeft de verdachte ook een taakstraf opgelegd van 80 uren, met een vervangende jeugddetentie van 40 dagen bij niet-naleving.