ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ4392
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Verpalen
- A. Greuter
- K. Kronenberg
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzet op invoer van cocaïne met veroordeling tot hechtenis
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 11 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk invoeren van ongeveer 20 kilogram cocaïne op 26 maart 2006 te Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had opzettelijke invoer van de cocaïne bewezen geacht en een gevangenisstraf van 45 maanden geëist. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het opzet van de verdachte om de cocaïne in te voeren. De rechtbank achtte het niet bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde, maar vond wel dat hij in voldoende mate had moeten opletten en verantwoordelijkheid had moeten nemen, gezien de omstandigheden van zijn reis. Daarom werd de verdachte veroordeeld tot een hechtenis van zes maanden, wat de maximale straf was voor de overtreding van de Opiumwet. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen voorwerpen, zoals koffers en tassen, verbeurd verklaard moesten worden. De uitspraak benadrukt de ernst van de invoer van cocaïne en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid, ondanks de vrijspraak van opzet.