ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ4602
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Bijvoet
- mrs. Verpalen
- Van Santen
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvordering en beslissing tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in drugshandelzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 15 december 2006 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde in een drugshandelzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, die eerder op 13 april 2005 was veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit zijn criminele activiteiten. De officier van justitie had een vordering ingediend tot ontneming van dit voordeel, aanvankelijk ter hoogte van € 151.200,-, maar dit bedrag werd tijdens de zitting van 23 juni 2006 teruggebracht tot € 50.400,-. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevolgd, waarbij werd uitgegaan van een gemiddelde van 28 dagen verkoop van drugs per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde ook op zondagen heeft gewerkt en dat hij op 3 oktober 2006 34 afspraken met afnemers heeft gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het aandeel van de veroordeelde in het wederrechtelijk verkregen voordeel 50% bedraagt, wat resulteert in een bedrag van € 25.200,- dat de veroordeelde aan de Staat moet betalen. Het beroep op het ontbreken van draagkracht werd door de rechtbank afgewezen, omdat dit verweer onvoldoende was onderbouwd. Tevens werd vastgesteld dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn, die op 11 januari 2005 was aangevangen. De rechtbank heeft de beslissing genomen na zorgvuldige overweging van de stukken en het onderzoek ter terechtzitting.