ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5305
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel tot betaling van achterstallige pensioenpremies door gevolmachtigde van Belgische BV
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tegen een dwangbevel dat door het Bedrijfspensioenfonds is uitgevaardigd tegen de opposant, die als gevolmachtigde van de Belgische vennootschap A-3 Clean BVBA fungeerde. De opposant heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel met een volledige volmacht van de bestuurder van A-3 Clean BVBA. Het Bedrijfspensioenfonds heeft de opposant aangesproken op de betaling van achterstallige pensioenpremies, die door A-3 Clean BVBA niet zijn voldaan. De opposant vordert dat het dwangbevel buiten effect wordt gesteld, omdat hij zich niet bewust was van de gevolgen van zijn inschrijving als gevolmachtigde.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opposant als vaste vertegenwoordiger van A-3 Clean BVBA in Nederland moet worden aangemerkt en derhalve hoofdelijk aansprakelijk is voor de door de vennootschap verschuldigde pensioenpremies. De rechter heeft vastgesteld dat de inschrijving in het handelsregister onmiskenbaar aantoont dat de opposant vanaf 25 februari 2002 tot en met 31 december 2003 de gevolmachtigde was. De stelling van de opposant dat hij slechts als tolk heeft opgetreden en niet op de hoogte was van de gevolgen van zijn inschrijving, werd door de rechter als ongeloofwaardig bestempeld.
De vordering van de opposant om het dwangbevel buiten effect te stellen, werd afgewezen. De rechter oordeelde dat de opposant in zijn hoedanigheid van gevolmachtigde verantwoordelijk is voor de gevolgen van de inschrijving en dat het Bedrijfspensioenfonds erop mocht vertrouwen dat de informatie van de Kamer van Koophandel correct was. De proceskosten van de verzetprocedure werden voor rekening van de opposant gesteld, omdat hij in het ongelijk werd gesteld.