ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ7036

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/630630-05
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.C.J. Robert
  • J.M.J. Vos-De Greeve
  • P.M.F. Greuter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schennis van de eerbaarheid in de eigen woning van het slachtoffer met seksuele handelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 december 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schennis van de eerbaarheid op een niet openbare plaats, terwijl een ander daar haars ondanks tegenwoordig was, zoals vastgelegd in artikel 239 van het Wetboek van Strafrecht. De feiten vonden plaats op 30 mei 2005 in de woning van het slachtoffer te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer. De rechtbank oordeelde dat de schennis van de eerbaarheid in de eigen woning van het slachtoffer plaatsvond, wat als strafverzwarend werd beschouwd, aangezien iemand zich in zijn eigen woning veilig zou moeten voelen. Het veiligheidsgevoel van het slachtoffer was door de verdachte aangetast, en bovendien had de verdachte het slachtoffer gedwongen tot het verrichten van seksueel getinte handelingen, zoals het samendrukken van haar borsten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen maanden voorwaardelijk geëist, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet bewezen was dat de verdachte onder psychische druk het slachtoffer had gedwongen, en sprak de verdachte vrij van de eerste tenlastelegging. Wel werd bewezen verklaard dat de verdachte zich opzettelijk oneerbaar had gedragen in de woning van het slachtoffer.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat een vrijheidsbenemende straf van twee maanden moest worden opgelegd, maar deze straf niet ten uitvoer behoeft te worden gelegd, mits de verdachte zich gedurende de proeftijd aan de voorwaarden houdt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de eventueel ten uitvoer te leggen gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/630630-05
Uitspraakdatum: 05 december 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 november 2006 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 30 mei 2005 te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
- het betasten en/of aanraken van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het doen of laten samendrukken en/of samenduwen van de borsten van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit dat hij , verdachte,
- zich tegen die [slachtoffer] heeft voorgedaan als een dokter en/of fysiotherapeut en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij (verdachte) haar man heeft gesproken en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat het belangrijk is dat zij een aantal vragen zou beantwoorden en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat dat hij haar borsten wilde zien en/of dat zij haar T-shirt omhoog moest doen en/of dat het heel belangrijk was en/of dat heel veel vrouwen het gewoon deden en/of
(aldus) een psychisch overwicht over die [slachtoffer] heeft verworven en/of die [slachtoffer] aan zijn, verdachte's, wil heeft onderworpen en/of de wil van die [slachtoffer] heeft gemanipuleerd;
2.
hij op of omstreeks 30 mei 2005 te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer, zich opzettelijk oneerbaar op een niet openbare plaats, te weten in de woning aan het [adres], met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, terwijl daarbij [slachtoffer] haars ondanks tegenwoordig was.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
- Bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten;
- Gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden voorwaardelijk met aftrek, met een proeftijd van drie (3) jaren, met de bijzondere voorwaarden van verplicht reclasseringscontact en het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als die aanwijzingen het volgen van een behandeling bij De Waag inhouden dan wel het slikken van libidoremmende medicatie.
4. Bewijs
4.1Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 ten laste is gelegd. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Ter terechtzitting is onvoldoende komen vast te staan dat sprake is geweest van een voor het slachtoffer ontstane bedreigende situatie als gevolg van gedragingen van verdachte waardoor het slachtoffer onder psychische druk is gezet en zich niet meer adequaat durfde en kon verzetten. Daartoe acht de rechtbank ook niet voldoende, hetgeen de officier van justitie heeft aangevoerd, dat het slachtoffer achteraf heeft aangegeven zich vernederd te voelen en dat verdachte het slachtoffer heeft gemanipuleerd. Ter terechtzitting is bovendien niet komen vast te staan dat het slachtoffer verdachte dringend heeft verzocht te vertrekken en dat verdachte weigerde aan dit verzoek te voldoen dan wel dat het slachtoffer haar eigen woning niet zou hebben durven verlaten omdat verdachte zich daar bevond.
4.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan in dier voege dat hij
op 30 mei 2005 te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer, zich opzettelijk oneerbaar op een niet openbare plaats, te weten in de woning aan het [adres], met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, terwijl daarbij [slachtoffer] haars ondanks tegenwoordig was.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4.3 Bewijsmiddelen
De rechtbank grondt de bewezenverklaring op de volgende bewijsmiddelen:
1. Het proces-verbaal opgemaakt door politie Kennermerland/Hoofddorp, dossier-nummer PL1234/05-525270, gesloten op 25 augustus 2005, mutatienummer PL1234/05-064342, dossierpagina 7 (verklaring van verdachte);
2. Het proces-verbaal opgemaakt door politie Kennermerland/Hoofddorp, dossier-nummer PL1234/05-525270, gesloten op 25 augustus 2005, mutatienummer PL1234/05-064342, dossierpagina 12 (verklaring van verdachte);
3. De verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris op 26 augustus 2005;
4. De verklaring van verdachte ter terechtzitting en
5. Het proces-verbaal opgemaakt door politie Kennermerland/Hoofddorp, dossier-nummer PL1234/05-525270, gesloten op 25 augustus 2005, mutatienummer PL1234/05-064342, dossierpagina 8 (aangifte door het slachtoffer).
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
Schennis van de eerbaarheid op een niet openbare plaats, terwijl een ander daar haars ondanks tegenwoordig is.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie(s) en van overige beslissingen
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege reclassering Nederland uitgebrachte voorlichtingsrapport van 02 december 2005 en de Pro Justitia rapportage, opgesteld door psychiater [psychiater] van 16 december 2005 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
De schennis van de eerbaarheid heeft in de eigen woning van het slachtoffer plaatsgevonden. Dit acht de rechtbank strafverzwarend aangezien iemand zich in zijn eigen woning volledig veilig zou moeten kunnen voelen. Dit veiligheidsgevoel van het slachtoffer is door verdachte aangetast. Bovendien heeft verdachte het slachtoffer zelf ook een aantal seksueel getinte handelingen bij zichzelf laten verrichten, zoals het samendrukken van haar borsten.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank bovendien meegenomen dat uit bovengenoemde rapportage naar voren komt dat behandeling van verdachte noodzakelijk is en dat verdachte gebrekkig inzicht heeft in zijn delictgedrag.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd, zij het dat deze vooralsnog niet tenuitvoer behoeft te worden gelegd om verdachte er van te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te begaan.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de reclassering gedurende de proeftijd noodzakelijk, waarbij verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering ook als die een behandeling bij De Waag zouden inhouden dan wel een behandeling met libidoremmende medicatie. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht art. 9, 14a, 14b, 14c en 239.
9. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder 1 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee (2) maanden, met bevel dat deze straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de op drie jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel niet naleeft de bijzondere voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens de reclassering, thans in de persoon van mevrouw D. Thompson van reclassering Nederland, zolang die instelling dit nodig acht, ook als zulks inhoudt dat verdachte een behandeling bij De Waag zou moeten ondergaan en/of libidoremmende medicatie zou moeten slikken.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de eventueel ten uitvoer te leggen gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.C.J. Robert, voorzitter,
mrs. J.M.J. Vos-De Greeve en P.M.F. Greuter, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.A.M. Jansen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 05 december 2006.
Mr. Vos-De Greeve is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.