ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ7036
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.J. Robert
- J.M.J. Vos-De Greeve
- P.M.F. Greuter
- Rechtspraak.nl
Schennis van de eerbaarheid in de eigen woning van het slachtoffer met seksuele handelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 december 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schennis van de eerbaarheid op een niet openbare plaats, terwijl een ander daar haars ondanks tegenwoordig was, zoals vastgelegd in artikel 239 van het Wetboek van Strafrecht. De feiten vonden plaats op 30 mei 2005 in de woning van het slachtoffer te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer. De rechtbank oordeelde dat de schennis van de eerbaarheid in de eigen woning van het slachtoffer plaatsvond, wat als strafverzwarend werd beschouwd, aangezien iemand zich in zijn eigen woning veilig zou moeten voelen. Het veiligheidsgevoel van het slachtoffer was door de verdachte aangetast, en bovendien had de verdachte het slachtoffer gedwongen tot het verrichten van seksueel getinte handelingen, zoals het samendrukken van haar borsten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen maanden voorwaardelijk geëist, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet bewezen was dat de verdachte onder psychische druk het slachtoffer had gedwongen, en sprak de verdachte vrij van de eerste tenlastelegging. Wel werd bewezen verklaard dat de verdachte zich opzettelijk oneerbaar had gedragen in de woning van het slachtoffer.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat een vrijheidsbenemende straf van twee maanden moest worden opgelegd, maar deze straf niet ten uitvoer behoeft te worden gelegd, mits de verdachte zich gedurende de proeftijd aan de voorwaarden houdt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de eventueel ten uitvoer te leggen gevangenisstraf.