ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ9074

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/600337-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Grosheide
  • mrs. Goedhuis-Visser
  • mr. Greuter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens extreme weersomstandigheden bij verkeersongeluk

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 21 december 2006, stond de verdachte terecht voor een verkeersdelict. De tenlastelegging betrof een overtreding van artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De officier van justitie eiste een taakstraf en ontzegging van de rijbevoegdheid, maar de rechtbank oordeelde anders. De rechtbank concludeerde dat de aanrijding niet aan de schuld van de verdachte te wijten was, maar het gevolg was van extreme weersomstandigheden, namelijk een lokale hagelbui die de weg glad had gemaakt. Getuigen bevestigden dat het weer slecht was en dat de gladheid onverwacht kwam. De verdachte had niet kunnen voorzien dat de weg glad was, aangezien hij pas merkte dat het glad was toen hij in een slip raakte. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte zich niet aan de verkeersregels had gehouden en dat hij niet strafbaar was voor het subsidiair tenlastegelegde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit en ontsloeg hem van alle rechtsvervolging. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/600337-06
Uitspraakdatum: 21 december 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 7 december 2006 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor het primair tenlastegelegde feit te veroordelen tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 120 uren, bij het niet naar behoren verrichten te vervangen door 60 dagen hechtenis, alsmede ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van zes maanden.
4. Bewijsbeslissing
4.1 Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte primair ten laste is gelegd. In het bijzonder kan niet worden vastgesteld dat het ongeval aan verdachtes schuld te wijten is.
Aangenomen moet worden dat de aanrijding waarbij verdachte betrokken was, (mede) door gladheid op de weg is ontstaan. Een aantal getuigen heeft verklaard dat het slecht weer was en dat het hagelde. Uit die verklaringen valt af te leiden dat het ging om een lokale hagelbui, waardoor de plaatselijke weggebruikers werden overvallen (zie dienovereenkomstig: het proces-verbaal verkeersongeval analyse). Objectieve gegevens over de weersgesteldheid ter plaatse, waaronder de temperatuur, ontbreken in het dossier evenwel. Mede gelet op verdachtes verklaring dat hij niet gezien heeft dat het hagelde en eerst merkte dat het glad was toen hij in een slip raakte en, na het ongeval, uit de auto stapte, is het denkbaar dat voor verdachte niet waarneembaar en evenmin te voorzien was dat het glad was. Overigens staat niet vast hoe groot de afstand was tussen verdachte en de automobilist die hij heeft aangereden en die zijn snelheid had geminderd.
Onder voormelde omstandigheden, en nu overigens niet is gebleken dat verdachte zich niet aan de geldende verkeersregels heeft gehouden, vallen de ten laste gelegde gedragingen verdachte niet te verwijten, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
4.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan in dier voege dat hij op 16 november 2005 in de gemeente Zeevang, als bestuurder van een voertuig (personenauto), rijdend op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A7, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, waarna en waardoor een aanglijding of botsing ontstond waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
6. Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde feit moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Om redenen die hiervoor onder het hoofdstuk vrijspraak zijn opgenomen gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte wist, noch specifiek rekening behoefde te houden met het feit dat het plaatselijk glad was, terwijl ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden waarop verdachte met zijn rijgedrag in het bijzonder had moeten anticiperen c.q. zijn snelheid had moeten aanpassen. Nu ook overigens niet gebleken is dat verdachte -wat betreft zijn rijgedrag- iets te verwijten valt, acht de rechtbank verdachte niet strafbaar.
7. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit;
Verklaart bewezen hetgeen verdachte subsidiair ten laste is gelegd zoals vermeld onder 4.2;
Spreekt verdachte vrij van het meer of anders ten laste gelegde;
Ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
6. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Grosheide, voorzitter,
mrs. Goedhuis-Visser en Greuter, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Van Leeuwen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2006.