ECLI:NL:RBHAA:2006:BA6144

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/500261-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Terwiel-Kuneman
  • mrs. Verpalen
  • mrs. Goedhuis-Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Invoer van cocaïne en gebruik van vervalst reisdocument

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 20 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de invoer van ongeveer 1,5 kilogram cocaïne en het gebruik van een vervalst reisdocument. De verdachte, die op 12 februari 2006 te Schiphol werd aangehouden, had opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland gebracht, wat in strijd is met de Opiumwet. Daarnaast was hij in het bezit van een vervalst paspoort van de Republiek Ivoorkust, waarvan hij wist dat het vals was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, en de rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen.

De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte tot een gevangenisstraf van 13 maanden zou worden veroordeeld. De rechtbank heeft bij de beslissing over de straf rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, evenals de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de invoer van cocaïne niet alleen schadelijk is voor de gezondheid van personen, maar ook gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De rechtbank heeft ook besloten dat de in beslag genomen vliegtickets verbeurd verklaard moeten worden, evenals het vervalste paspoort. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
VESTIGING SCHIPHOL
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/500261-06
Uitspraakdatum: 20 april 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 april 2006 in de zaak tegen:
[verdachte], zich zo noemende,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in Detentiecentrum Roermond te Roermond.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 februari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 12 februari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een paspoort van de Republiek Ivoorkust, met nummer 97LB80519, op naam van [verdachte], geboren op [geboortedatum], waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat
1.
hij op 12 februari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 12 februari 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een paspoort van de Republiek Ivoorkust, met nummer 97LB80519, op naam van [verdachte], geboren op [geboortedatum], waarvan hij wist dat het vervalst was;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2:
in bezit hebben van een reisdocument, terwijl hij weet dat het vervalst is;
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van de sanctie en van overige beslissingen
6.1 Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft beide ten laste gelegde feiten bewezen geacht en gevorderd dat de rechtbank de verdachte veroordeelt tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 maanden.
Met betrekking tot het beslag heeft de officier van justitie gevorderd dat het onder verdachte in beslag genomen paspoort zal worden onttrokken aan het verkeer, dat de vliegtickets verbeurd worden verklaard en dat de in beslag genomen mobiele telefoon en telefoonkaart aan verdachte worden teruggegeven.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de invoer van ongeveer 1,5 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne. Dit is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. De ingevoerde hoeveelheid was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof.
Verdachte heeft ook een te zijnen behoeve vervalst reisdocument gebruikt om naar het buitenland te kunnen reizen. Aldus heeft verdachte het vertrouwen geschaad dat in het internationale personenverkeer in identiteitspapieren en reisdocumenten dient te kunnen worden gesteld.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
6.3 Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet terug gegeven vliegtickets van KLM, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het eerste ten laste gelegde en bewezen verklaard feit met behulp van deze aan verdachte toebehorende vliegtickets is begaan.
6.4 Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen vervalste Ivoriaanse paspoort dient te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het tweede ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit met betrekking tot dat paspoort is begaan. Het ongecontroleerde bezit van een vervalst paspoort is in strijd met de wet.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 36b, 36c, 57, 231 van het Wetboek van Strafrecht.
2, 10 van de Opiumwet.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van DERTIEN (13) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
- 1.00 STK Vliegticket, KLM e-ticket 074 2464507836
- 1.00 STK Vliegticket, KLM e-ticket 0741694981372
- 1.00 STK Vliegticket, KLM 1 074 9138124132 1
- 1.00 STK Vliegticket, KLM e-ticket 0742464507836
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 1.00 STK Paspoort, NATIONAAL Ivoorkust 97LB80519
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1.00 STK Telefoontoestel Kl:Roze, PANASONIC
- 1.00 STK Telefoonkaart, TIM, 8955 0311 5059 4995 s131
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Terwiel-Kuneman, voorzitter,
mrs. Verpalen en Goedhuis-Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Antonos,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 april 2006.