ECLI:NL:RBHAA:2006:BA6151
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Greuter
- mrs. Verpalen
- mr. Kronenberg
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor invoer van cocaïne met gevangenisstraf en voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 11 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 2 maart 2006 te Schiphol opzettelijk ongeveer 2503,6 gram cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte, die thans gedetineerd is, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een verboden middel, zoals vermeld in de Opiumwet. De rechtbank achtte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in aanmerking genomen. De invoer van cocaïne, een schadelijke stof, werd als ernstig beschouwd, vooral gezien de hoeveelheid die bestemd leek voor verdere verspreiding. De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Dit om de verdachte te weerhouden van het begaan van nieuwe strafbare feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat bepaalde in beslag genomen voorwerpen, zoals een vliegticket en een mobiele telefoon, aan de verdachte worden teruggegeven, terwijl andere voorwerpen verbeurd worden verklaard. De rechtbank heeft ook de toepasselijke wettelijke voorschriften genoemd, waaronder artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.