ECLI:NL:RBHAA:2006:BD5491
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Toeter
- mrs. Pott Hofstede
- mr. Van Acker
- Rechtspraak.nl
Poging tot mensenhandel en afpersing met bedreiging; vrijspraak voor andere tenlastegelegde feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 9 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Koeweit in 1984, die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot mensenhandel, afpersing en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een minderjarig meisje heeft geworven voor prostitutie, wat als mensenhandel wordt gekwalificeerd. Ondanks dat het bij werven is gebleven, is de verdachte strafbaar, omdat het trachten te winnen van meisjes voor prostitutie ook onder de wetgeving valt. De rechtbank heeft de handelwijze van de verdachte als zeer laakbaar bestempeld, vooral gezien het gebrek aan respect voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
De rechtbank heeft de tenlasteleggingen beoordeeld en heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, maar achtte de feiten onder parketnummer 15/630799-05 bewezen. De verdachte heeft in de periode van 1 augustus 2005 tot en met 22 oktober 2005 geprobeerd een minderjarig meisje te dwingen tot seksuele handelingen tegen betaling. Daarnaast heeft hij een ander slachtoffer gedwongen tot het aangaan van een schuld door bedreiging met geweld en heeft hij een derde slachtoffer bedreigd met een mes.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte is niet eerder met justitie in aanraking geweest, maar de rechtbank oordeelde dat herhaling van dergelijke misdrijven moet worden voorkomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens zijn de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de schade niet eenvoudig is vast te stellen. De rechtbank heeft ook bepaald dat een in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte moet worden teruggegeven, omdat deze niet is gebruikt bij de bewezenverklaarde feiten.