ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ6778
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Monster
- A. Goedhuis-Visser
- J. Fortuin
- Rechtspraak.nl
Verkoop en bezit van cocaïne door verdachte met medewerking van een ambtenaar
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 23 januari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig heeft gemaakt aan de verkoop en het bezit van cocaïne. De verdachte heeft opzettelijk cocaïne verkocht en aanwezig gehad in de periode van april 2006 tot en met 25 september 2006, met als gevolg dat hij een bijdrage heeft geleverd aan de handel in en verspreiding van harddrugs, wat een bedreiging vormt voor de volksgezondheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich heeft laten leiden door financieel gewin, ten koste van anderen en de volksgezondheid.
Bijzonder is dat de verdachte de cocaïne heeft verkregen van een ambtenaar van de Dienst Justitiële Inrichtingen, die misbruik heeft gemaakt van zijn functie als bewaarder in het detentiecentrum Schiphol-Oost. De verdachte was op de hoogte van deze omstandigheid en heeft de ambtenaar gelegenheid geboden om de cocaïne te verkopen, wat heeft bijgedragen aan het ondergraven van het justitiële systeem dat gericht is op de bestrijding van de invoer en verspreiding van verdovende middelen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank heeft de wettelijke voorschriften toegepast, waaronder artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet, en heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.