Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. Beenhakker heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] op 6 juni 2004 diverse vloertegels en lijm geleverd.
b. Voor die leverantie heeft Beenhakker bij factuur van 31 juli 2004 €735,35 aan [gedaagde] in rekening gebracht.
c. De levering betrof onder meer 4 m² witte en 4 m² zwarte badkamertegels van het merk Mosa, voor de prijs van €94,80 respectievelijk €118,80.
d. Bij aflevering heeft [gedaagde] één doos met tegels gecontroleerd op het juiste soort tegels. De dozen met de tegels hebben na aflevering door Beenhakker enige tijd in de huiskamer van de woning van [gedaagde] gestaan tijdens de verbouwing aan die woning.
e. De tegels zijn door een tegelzetter, niet afkomstig van Beenhakker, gelegd.
f. Nadat de tegels waren gelegd en eind juli 2004 de werkzaamheden aan de badkamer waren voltooid, is de afdeklaag van de tegels verwijderd en zijn de tegels schoongemaakt. [gedaagde] heeft toen geconstateerd dat de toplaag van alle tegels cirkelvormige krassen bevatten.
g. Over deze krassen heeft [gedaagde] mondeling een klacht ingediend bij Beenhakker.
h. Daarna heeft [gedaagde] bij brief van 12 augustus 2004 het volgende aan Beenhakker geschreven:
“Twee weken geleden ben ik bij uw onderneming geweest met een klacht over door u geleverde vloertegels van het merk Mosa. Zowel de zwarte als de witte vloertegels blijken na oplevering over cirkelvormige beschadigingen in de toplaag te beschikken.
Tijdens mijn bezoek heb ik u uitgelegd dat na het leggen van de tegels de badkamervloer is afgedekt alvorens over te gaan tot plaatsing van de overige zaken als douchecabine etc.
Ondanks het feit dat 3 onafhankelijke experts (…) hebben verklaard dat deze beschadigingen niet door lopen, werkzaamheden of andere activiteiten veroorzaakt kunnen zijn, wees u deze verklaringen resoluut van de hand.
U heeft tijdens ons gesprek toegezegd contact op te nemen met de firma Mosa en een van hun vertegenwoordigers langs te sturen om de schade te kunnen beoordelen.
Daar ik, gedurende ons gesprek, sterk de indruk heb gekregen dat u mijn klacht niet serieus heeft genomen kan ik niet anders dan uw firma aansprakelijk te stellen voor de schade en de betaling van de factuur aan te houden tot er duidelijkheid is betreffende de oorzaak van de genoemde beschadigingen.”
i. Bij brief van 9 december 2004 heeft [gedaagde] het volgende aan Beenhakker geschreven:
“Naar aanleiding van uw betalingsherinnering, (…), wil wij nogmaals melden dat wij uw vordering niet accepteren.
In deze verwijs ik naar ons schrijven van 12 augustus 2004 waarin wij de firma Beenhakker aansprakelijk hebben gesteld voor de schade aan de geleverde tegels
Tot op heden hebben wij, ondanks uw persoonlijke toezeggingen, noch van uw onderneming, noch van de firma Mosa, enig bericht mogen ontvangen.
Zolang u in gebreke blijft en er zich geen passende oplossing aandient zijn wij niet voornemens de openstaande posten te voldoen.”
j. In reactie hierop heeft Beenhakker het volgende aan [gedaagde] geschreven (deze brief was abusievelijk gedateerd op 2 mei 2002):
“In augustus bent u persoonlijk bij ons geweest met de klacht. Bij het plaatsen van een douchescherm waren enkele vloertegels bekrast. Naar uw mening zou dat niet normaal zijn.
Wij wezen erop, dat met een simpele proef met bijvoorbeeld een Stanley-mes kan worden aangetoond dat verglaasde vloertegels niet tegen een dergelijke behandeling bestand zijn.
Wij hebben echter op Uw verzoek de Mosa verwittigd (per fax) en de vertegenwoordiger van onze leverancier. Beiden reageerden net als wij.
De vertegenwoordiger van de Mosa zou U dat telefonisch meedelen. Kennelijk is dat niet gebeurd, anders had U Uw brief van 9 december niet geschreven.
De vertegenwoordiger heet [XXX]. Ik zal nogmaals contact met hem opnemen. U kunt hem ook zelf bellen op [telefoonnummer].”
k. [gedaagde] heeft de over b. genoemde factuur volledig onbetaald gelaten.