ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ8094

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
325036/CV EXPL 06-10146
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens gebreken in de onderbouwing van de vordering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 7 februari 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Autobedrijf van Zwienen Beverwijk B.V. (hierna: Van Zwienen) en een gedaagde partij. Van Zwienen vorderde betaling van €1.201,21, vermeerderd met wettelijke rente en veroordeling van de gedaagde in de proceskosten. De gedaagde heeft echter verweer gevoerd op basis van gebreken in de dagvaarding, waarbij werd gesteld dat Van Zwienen haar vordering niet voldoende had onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 aanhef en onder d. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Van Zwienen had de gelegenheid gekregen om de gebreken in de dagvaarding te herstellen, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor was de gedaagde niet in staat om zich adequaat te verdedigen, wat de kantonrechter als onredelijk heeft beoordeeld. De kantonrechter heeft daarom de dagvaarding nietig verklaard en Van Zwienen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en volledige onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, evenals de gevolgen van het niet naleven van procesregels.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 325036/CV EXPL 06-10146
datum uitspraak: 7 februari 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap
Autobedrijf van Zwienen Beverwijk B.V.
te Beverwijk
eisende partij
hierna te noemen Van Zwienen
gemachtigde Hofstee NGC Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. J.I. Vervest
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk-ken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- de dagvaarding van 27 september 2006,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe-zen en op 29 november 2006 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 9 januari 2007 gehouden comparitie van partijen.
De vordering
Van Zwienen vordert betaling van €1.201,21, te vermeerderen met de wettelijke rente over €974,03 vanaf 9 mei 2006 tot aan de dag der algehele voldoening, alles met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
[gedaagde] heeft zich allereerst beroepen op gebreken in de dagvaarding, omdat Van Zwienen haar vordering niet heeft onderbouwd en vervolgens geen gevolg heeft gegeven aan de opdracht van de kantonrechter in het vonnis van 29 november 2006.
Dit verweer treft doel. De dagvaarding vermeldt slechts in algemene bewoordingen dat Van Zwienen aan [gedaagde] goederen heeft geleverd. Bij de dagvaarding zijn geen producties gevoegd, waaruit die leveranties zouden kunnen blijken.
Aangezien Van Zwienen haar vordering bij dagvaarding niet concreet had onderbouwd en het verweer van [gedaagde] niet in de dagvaarding had opgenomen, heeft de kantonrechter bij zijn vonnis van 29 november 2006 aan Van Zwienen de gelegenheid gegeven om deze verzuimen te herstellen door uiterlijk een week voor de comparitiedatum de gebreken in de dagvaarding te herstellen en aan de kantonrechter en (de gemachtigde van) [gedaagde] nadere stukken toe te zenden.
Van Zwienen heeft evenwel van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Weliswaar is namens Van Zwienen ter comparitie verklaard dat stukken aan haar (niet ter zitting verschenen) gemachtigde zijn gezonden met het verzoek deze aan de kantonrechter te doen toekomen, maar dat laat onverlet dat de kantonrechter en [gedaagde] niets hebben ontvangen.
Nu Van Zwienen heeft verzuimd de gebreken te herstellen, is de kantonrechter van oordeel dat niet is voldaan het voorschrift van artikel 111 lid 2 aanhef en onder d. Rv.
Het bepaalde bij de artikelen 120 en 122 Rv brengt dan met zich dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard. [gedaagde] heeft na de dagvaarding slechts kunnen gissen waarop de dagvaarding betrekking had, terwijl hij ter comparitie, doordat verzuimd was ondanks een daartoe strekkende opdracht de geconstateerde te herstellen, niet in staat is geweest zich behoorlijk te verdedigen. Om die reden is de kantonrechter van oordeel dat de geconstateerde gebreken [gedaagde] onredelijk in zijn belangen hebben geschaad.
Van Zwienen zal, als de partij die niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
Verklaart de dagvaarding nietig.
Veroordeelt Van Zwienen in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op €200,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.