ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ8094
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding wegens gebreken in de onderbouwing van de vordering
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 7 februari 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Autobedrijf van Zwienen Beverwijk B.V. (hierna: Van Zwienen) en een gedaagde partij. Van Zwienen vorderde betaling van €1.201,21, vermeerderd met wettelijke rente en veroordeling van de gedaagde in de proceskosten. De gedaagde heeft echter verweer gevoerd op basis van gebreken in de dagvaarding, waarbij werd gesteld dat Van Zwienen haar vordering niet voldoende had onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 aanhef en onder d. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Van Zwienen had de gelegenheid gekregen om de gebreken in de dagvaarding te herstellen, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor was de gedaagde niet in staat om zich adequaat te verdedigen, wat de kantonrechter als onredelijk heeft beoordeeld. De kantonrechter heeft daarom de dagvaarding nietig verklaard en Van Zwienen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en volledige onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, evenals de gevolgen van het niet naleven van procesregels.