Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. Op 5 januari 2002 is [eiseres] in dienst getreden van Spielothek in de functie van kas- halmedewerkster.
b. [eiseres] heeft zich op 31 maart 2003 ziek gemeld.
c. Bij brief van 6 april 2004 heeft Achmea Arbo B.V. aan de Spielothek bericht dat [eiseres] nog volledig arbeidsongeschikt was.
d. Bij brief van 14 april 2004 heeft Achmea Arbo B.V. het volgende aan Spielothek bericht:
“(…)
Op het moment van de beoordeling achtte ik uw medewerkster niet arbeidsongeschikt op medische gronden. Wel is er sprake van een arbeidsconflict welke werkhervatting in de weg staat. Het advies is dan ook om dit conflict zo spoedig mogelijk tot oplossing te brengen. Mocht u hierbij gebruik willen maken van een mediator, dan kan dat eventueel via onze arbodienst. Verder is mijn advies te overwegen betrokkene tot die tijd op non-actief te stellen.
Hierbij wordt de begeleiding onzerzijds in principe beëindigd en verwachten wij binnenkort een herstelmelding van u te ontvangen.”
e. Bij brief van 12 mei 2004 heeft De Spielothek het volgende aan [eiseres] geschreven:
"N.a.v. ons telefoongesprek van gisterenmiddag hebben wij gesproken over een eventuele mogelijkheid een periode in ons filiaal in Amsterdam te gaan werken om rustig weer in het arbeidsproces te komen. Helaas heeft u dit afgeslagen daar u te kennen gaf dat Hoofddorp uw filiaal is. Tevens gaf u ons te kennen dat de heer [XXX] openlijk t.o.v. van zijn medewerkers zijn verontschuldigen aan u moet aanbieden en de waarheid dient te vertellen.
(...)
Daarom lijkt het ons goed om in een gezamenlijk gesprek tot een besluit te komen en nodigen u dan ook persoonlijk uit om op maandag 17 mei as om 12.00 uur op ons kantoor te Hoofddorp te komen om dit conflict op te lossen."
f. Bij brief van 24 mei 2004 heeft De Spielothek het volgende aan [eiseres] geschreven:
“Op maandag 17 mei jl. hadden wij u uitgenodigd om in een persoonlijk gesprek het conflict tussen u en uw filiaalleider op te lossen hetgeen niet tot het resultaat heeft geleid dat wij verwacht hadden. U heeft het gesprek vroegtijdig verlaten en sindsdien hebben wij niets meer van u vernomen.
Daar wij als werkgeefster een belangenafweging in deze moeten maken willen wij ons beroepen op artikel 3 "Goed werknemerschap" lid 3 van de Algemene Arbeidsvoorwaarden en sommeren wij u uw een werk op woensdag 26 mei om 09.00 uur te hervatten in ons filiaal te Amsterdam, Rembrandtplein 2.”
g. Bij brief van 26 mei 2004 heeft De Spielothek [eiseres] andermaal opgeroepen zich te melden nadat gebleken was dat zij zich op woensdag 26 mei 2004 niet in het filiaal te Amsterdam voor haar werk had gemeld, onder gelijktijdige aankondiging van opschorting van de loonbetaling.
h. Bij brief van 7 juni 2004 heeft Achmea Arbo B.V. het volgende aan De Spielothek geschreven:
"(...)
Op het moment van de beoordeling achtte ik uw medewerkster niet arbeidsongeschikt op basis van ziekte en/of gebrek. Wel ben ik van mening dat er sprake is van toenemende spanningsklachten ten gevolge van het escalerende conflict welke tesamen een forse belemmering vormen voor een mogelijke werkhervatting. Daar een eerdere poging tot een gesprek geen oplossing heeft gebracht, is mijn advies om op korte termijn een mediator in te schakelen. Dit kan op uw verzoek via onze Arbo-dienst geregeld worden. Betrokkene gaf aan hier open voor te staan. Verder geef ik u in heroverweging betrokkene tijdelijk op non-actief te stellen."
i. Op 18 augustus 2004 heeft [eiseres] bij politie Kennemerland aangifte gedaan tegen de filiaalleider ([XXX]) van De Spielothek wegens aanranding buiten diensttijd in 2002 in een discotheek.
j. Bij brief van 19 augustus 2004 heeft Achmea Arbo B.V. het volgende aan De Spielothek geschreven:
“(…)
Op het moment van de beoordeling achtte ik uw medewerkster volledig arbeidsongeschikt. Betrokkene gaat per 1 september uit dienst. De verzuimbegeleiding van uw medewerker wordt beëindigd.”
k. Met ingang van 1 september 2004 is de arbeidsovereenkomst ontbonden.
l. Bij brief van 30 december 2005 heeft het UWV het volgende aan [eiseres] geschreven:
“U heeft ons 10 november 2005 verzocht om een deskundige en oordeel inzake uw ongeschiktheid tot werken op 31 maart 2004.
Op grond van de resultaten van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat u op 31 maart 2004 tot 01-09-04 niet geschikt bent voor het verrichten van werk in Amsterdam.”