ECLI:NL:RBHAA:2007:BA1035
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- T.M. van Wassenaer
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een relatiebeding in een arbeidszaak met betrekking tot concurrentie en belangenafweging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 13 maart 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, een voormalig werknemer van R.D. Service B.V., en gedaagde, R.D. Service B.V. De eiser vorderde schorsing van een relatiebeding dat hem verbiedt om gedurende twee jaar na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst relaties van R.D. Service te benaderen. De eiser had werkzaamheden verricht voor De Zoete Inval, een voormalige klant van R.D. Service, en stelde dat het relatiebeding hem onbillijk benadeelde. De kantonrechter oordeelde dat de belangenafweging niet in het voordeel van de eiser uitviel. De rechter overwoog dat het relatiebeding niet de beroepsuitoefening van de eiser belemmert, maar enkel de kring van zijn mogelijke klanten beperkt. Bovendien had de eiser zelf gekozen om de arbeidsrelatie met R.D. Service te beëindigen om een eigen bedrijf te starten en was hij weloverwogen een relatiebeding aangegaan. De vordering tot schorsing van het relatiebeding werd afgewezen.
In reconventie vorderde R.D. Service betaling van verbeurde boetes door de eiser vanwege overtreding van het relatiebeding. De kantonrechter oordeelde dat de eiser een boete van € 1.750,00 verschuldigd was aan R.D. Service, vermeerderd met wettelijke rente. De overige vorderingen van R.D. Service werden afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was geleverd dat de eiser andere relaties had benaderd. De proceskosten werden aan de eiser opgelegd, omdat hij in het ongelijk was gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de handhaving van relatiebedingen in arbeidsrelaties.