ECLI:NL:RBHAA:2007:BA2576
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Huurprijsverlaging en terugvordering teveel betaalde huur na uitspraak Huurcommissie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 4 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en verhuurder over de huurprijs van een woonruimte. De huurder, aangeduid als [eiser], had een huurprijs van €366,32 per maand betaald voor de periode van 1 mei 2005 tot 1 mei 2006, terwijl de Huurcommissie had vastgesteld dat de huurprijs tijdelijk verlaagd moest worden tot €119,43 per maand vanwege gebreken aan de woning. De verhuurder, aangeduid als [gedaagde], had geen beslissing van de kantonrechter gevorderd na de uitspraak van de Huurcommissie, waardoor de huurder recht had op terugbetaling van het teveel betaalde bedrag van €2.962,68.
De verhuurder voerde aan dat er geen rechtsgrond was voor de tijdelijke huurverlaging, maar de kantonrechter verwierp dit verweer. De verhuurder had de mogelijkheid om de uitspraak van de Huurcommissie aan te vechten via artikel 7:262 BW, maar had dit niet gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de huurder recht had op terugbetaling van de teveel betaalde huur en dat de verhuurder in gebreke was gebleven met het verschaffen van het bedongen huurgenot.
Daarnaast vorderde de huurder ook buitengerechtelijke incassokosten van €1.190,00, welke door de kantonrechter eveneens werden toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder de wettelijke rente verschuldigd was over de bedragen die aan de huurder moesten worden terugbetaald. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste juridische procedures bij geschillen over huurprijzen en de verantwoordelijkheden van verhuurders met betrekking tot het onderhoud van huurwoningen.