ECLI:NL:RBHAA:2007:BA3804
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voogdij en verantwoordelijkheidsgevoel bij cocaïnesmokkel op Schiphol
In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 maart 2007 uitspraak gedaan over de voorlopige voogdij van een minderjarige, die in verband met een cocaïnesmokkel op Schiphol betrokken was. De kinderrechter heeft de beschikking van 12 maart 2007 bekrachtigd, waarin de Stichting Nidos Utrecht voor een periode van zes maanden de voorlopige voogdij over het kind is toegewezen. De zaak kwam aan het licht toen de moeder, die met haar baby op Schiphol arriveerde, werd betrapt op het vervoeren van cocaïne. De kinderrechter stelde vast dat de moeder, gezien de omstandigheden van de smokkel, niet voldoende verantwoordelijkheidsgevoel toonde om voor haar kind te zorgen. Dit leidde tot twijfels over de geschiktheid van de persoon aan wie de moeder haar kind wilde overdragen. De kinderrechter benadrukte dat de moeder, wetende dat er strenge controles op de luchthaven waren, niet in staat was om de zorg voor haar kind op zich te nemen. De kinderrechter heeft de betrokken partijen, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming en de Stichting Nidos, gehoord en kwam tot de conclusie dat de eerdere beslissing om de voorlopige voogdij aan de Stichting Nidos toe te wijzen, gehandhaafd moest worden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de belangen van het kind voorop stonden.