ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4095

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
25 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
334118/CV EXPL 07-272
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van ADSL-diensten op basis van mondelinge overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 25 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], handelend onder de naam Internetland, en [gedaagde]. De eiser vorderde betaling van €660,79, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van geleverde ADSL-diensten. Eiser stelde dat er een gebruiksovereenkomst was tot stand gekomen op basis van zijn algemene voorwaarden, waarin werd vermeld dat een overeenkomst alleen schriftelijk kon worden aangegaan. Tussen partijen was echter vast komen te staan dat er geen schriftelijk contract was en dat alle contacten mondeling waren geweest.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiser moest worden afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat er een mondelinge overeenkomst was gesloten, in strijd met de eigen voorwaarden van eiser. De rechter benadrukte dat de bewijslast bij eiser lag en dat de door hem gestelde feiten niet voldoende waren om aan te nemen dat er een overeenkomst tot stand was gekomen. De facturen die eiser had gestuurd, konden in deze context niet worden gezien als een aanvaarding van een mondelinge overeenkomst, aangezien er geen schriftelijke aanvraag of aanvraag via internet was gedaan.

De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en eiser veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op €200,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof op de openbare terechtzitting van 25 april 2007.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 334118/CV EXPL 07-272
datum uitspraak: 25 april 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser], handelend onder de naam Internetland
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde Van Twuijver Incasso B.V.
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. J.H. Heerebout
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk-ken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- de dagvaarding van 21 december 2006, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe-zen en op 28 februari 2007 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 28 maart 2007 gehouden comparitie van partijen.
De vordering
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om aan [eiser] tegen behoorlijke kwijting te betalen €660,79, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 december 2006 en met de proceskosten.
[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grond-slag gelegd:
[eiser] heeft onder zijn aan [gedaagde] bekende algemene voorwaarden Internetland diensten verleend, meer specifiek het verzorgen van een ADSL-verbinding ten behoeve van internetge-bruik en de bijbehorende koperlijn.
[eiser] heeft op 27 april 2006, 4 mei 2006, 25 mei 2006, 27 juni 2006 en 7 juli 2006 aan [gedaagde] gespecificeerde nota’s gezonden. Deze facturen vertegenwoordigen een totaalbedrag van €501,94.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] [eiser] genoodzaakt zijn vordering ter incasso uit handen te geven. [eiser] heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €150,00 exclusief omzetbelasting. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan [eiser] te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend tot 19 december 2006, €8,85.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
[gedaagde] heeft bestreden dat zij met [eiser] een overeenkomst tot het verlenen van de gestelde diensten heeft gesloten. Het bewijs van het bestaan van de overeenkomst rust op [eiser], nu deze zich beroept op de rechtsgevolgen van de door hem gestelde feiten en een andere verdeling van de bewijslast niet voortvloeit uit enige bijzondere regel of de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Blijkens de door [eiser] zelf in het geding gebrachte algemene voorwaarden komt een gebruiksovereenkomst “tot stand wanneer een schriftelijke aanvraag is gedaan en/of via internet een aanvraag is gedaan die door Internetland akkoord is bevonden. Een door Internetland gezonden factuur staat gelijk aan een schriftelijke aanvaarding.”
Tussen partijen staat vast dat tussen hen geen schriftelijke overeenkomst bestaat en dat [gedaagde] niet via internet een aanvraag heeft gedaan. De contacten tussen partijen hebben steeds mondeling plaatsgevonden. Het sturen van facturen door [eiser] kan dus in deze omstandigheden niet leiden tot aanvaarding en tot de totstandkoming van de overeenkomt. Daarvoor moet er immers eerst een schriftelijke aanvraag of aanvraag via internet zijn geweest.
Gelet op deze eigen voorwaarden van [eiser] kan geen sprake zijn van een mondeling tot stand gekomen overeenkomst. De omstandigheden die [eiser] heeft gesteld zijn daartoe onvoldoende.
Reeds op grond van het vorenstaande moet de vordering worden afgewezen.
[eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op €200,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.