ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4804
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- G. Guinau
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning en handhaving: legalisering van bouwhoogte in geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 16 april 2007, gaat het om een geschil tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van Purmerend over een last onder dwangsom wegens het bouwen in afwijking van de verleende bouwvergunning. Eisers hebben een bouwvergunning gekregen voor een uitbouw van 10,5 m², maar hebben in afwijking van deze vergunning werkzaamheden verricht die de oppervlakte met 3 m² hebben vergroot. Dit leidde tot een handhavingstraject waarbij verweerder eisers gelastte om de bouwwerkzaamheden te staken, met een dreiging van een dwangsom van € 10.000,-. Eisers hebben hiertegen bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het besluit van verweerder op bezwaar vernietigd, omdat verweerder ten onrechte niet is ingegaan op het voorstel van eisers om de bouwhoogte met 3,5 cm te verlagen. Dit voorstel had mogelijk geleid tot legalisering van de bouwhoogte, anticiperend op het toekomstige bestemmingsplan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit ondeugdelijk was gemotiveerd en dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar moest nemen waarin het voorstel van eisers werd betrokken.
De rechter heeft tevens geoordeeld dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien het bestreden besluit was vernietigd. Verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 966,-, en het door eisers betaalde griffierecht van € 286,- moest door de gemeente Purmerend worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door bestuursorganen en de noodzaak om voorstellen van betrokkenen serieus te overwegen in het kader van handhaving en legalisering van bouwactiviteiten.