ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4855
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van resterende termijnen na contractbeëindiging door provider van mobiele telefoonverbinding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 9 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen KPN Mobile The Netherlands B.V. en een particuliere klant, hierna aangeduid als [opposante]. De zaak betreft een vordering van KPN tot betaling van resterende termijnen van een tweejarig contract voor telecommunicatiediensten, dat door KPN was beëindigd. De klant had het contract stopgezet na problemen met de levering van een computer die bij het abonnement was inbegrepen. KPN beëindigde het contract en vorderde de openstaande bedragen, maar de klant had KPN eerder de gelegenheid geboden om de openstaande facturen te voldoen, wat KPN niet had geaccepteerd.
De kantonrechter oordeelde dat KPN ten onrechte de ontbinding van de overeenkomst handhaafde en de resterende termijnen in rekening bracht. De rechter stelde vast dat er een afspraak bestond dat de aansluiting zou worden hersteld na betaling van de openstaande facturen door de klant. Aangezien de klant deze betalingen had gedaan, mocht KPN de aansluiting niet afsluiten. De vordering van KPN werd afgewezen en het verstekvonnis van 20 december 2006 werd vernietigd. De rechter verklaarde voor recht dat KPN ten onrechte de overeenkomst had ontbonden en veroordeelde KPN tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure.
In reconventie vorderde de klant een vergoeding voor gemaakte kosten ter zake van rechtskundige bijstand, maar deze vordering werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat deze kosten niet gedekt waren door de proceskostenveroordeling in conventie. De proceskosten in reconventie kwamen voor rekening van de klant, omdat deze in het ongelijk was gesteld.