ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4855

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
9 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
338552/CV EXPL 07-1755
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van resterende termijnen na contractbeëindiging door provider van mobiele telefoonverbinding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 9 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen KPN Mobile The Netherlands B.V. en een particuliere klant, hierna aangeduid als [opposante]. De zaak betreft een vordering van KPN tot betaling van resterende termijnen van een tweejarig contract voor telecommunicatiediensten, dat door KPN was beëindigd. De klant had het contract stopgezet na problemen met de levering van een computer die bij het abonnement was inbegrepen. KPN beëindigde het contract en vorderde de openstaande bedragen, maar de klant had KPN eerder de gelegenheid geboden om de openstaande facturen te voldoen, wat KPN niet had geaccepteerd.

De kantonrechter oordeelde dat KPN ten onrechte de ontbinding van de overeenkomst handhaafde en de resterende termijnen in rekening bracht. De rechter stelde vast dat er een afspraak bestond dat de aansluiting zou worden hersteld na betaling van de openstaande facturen door de klant. Aangezien de klant deze betalingen had gedaan, mocht KPN de aansluiting niet afsluiten. De vordering van KPN werd afgewezen en het verstekvonnis van 20 december 2006 werd vernietigd. De rechter verklaarde voor recht dat KPN ten onrechte de overeenkomst had ontbonden en veroordeelde KPN tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure.

In reconventie vorderde de klant een vergoeding voor gemaakte kosten ter zake van rechtskundige bijstand, maar deze vordering werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat deze kosten niet gedekt waren door de proceskostenveroordeling in conventie. De proceskosten in reconventie kwamen voor rekening van de klant, omdat deze in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 338552/CV EXPL 07-1755
datum uitspraak: 9 mei 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[opposante]
te [woonplaats]
opposante in conventie
eiseres in reconventie
hierna te noemen [opposante]
gemachtigde A.E. de Best
tegen
de besloten vennootschap
KPN Mobile The Netherlands B.V.
te ‘s-Gravenhage
geopposeerde in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen KPN
gemachtigde C.T. Snijder
De procedure
In conventie en in reconventie:
[opposante] heeft KPN gedagvaard op 2 februari 2007 onder de mededeling dat zij in verzet komt tegen het op 20 december 2006 gewezen verstekvonnis.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 7 maart 2007 een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 4 april 2007. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen op die zitting verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [opposante] heeft met KPN een overeenkomst voor de duur van 2 jaar gesloten met betrekking tot het gebruik van telecommunicatiediensten. [opposante] maakte gebruik van een aanbod van “T for Telecom” dat bij aankoop van een mobiele telefoon met het onderhavige abonnement een gratis computer werd geleverd.
b. KPN heeft aan [opposante] een communicatieaansluiting en een mobiel telefoonnummer ter beschikking gesteld.
c. De levering van de computer door “T for Telecom” verliep niet volgens de verwachtingen van [opposante]. Om die reden heeft [opposante] op 21 juni 2006 de automatische betaling van drie facturen aan KPN stopgezet.
d. KPN heeft het contract daarna op 29 juni 2006 beëindigd, op 19 juli 2007 de aansluiting afgesloten en op 10 augustus 2006 de aansluiting definitief afgesloten.
e. Toen [opposante] zich realiseerde dat KPN voor de levering van de computer geen enkele verantwoordelijkheid droeg, heeft [opposante] na telefonisch contact tussen partijen op 17 augustus 2006 alsnog de drie facturen betaald.
Het verstekvonnis
Bij voormeld verstekvonnis heeft de kantonrechter [opposante] overeenkomstig de vordering van KPN veroordeeld tot betaling van €550,57 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten.
De vordering in oppositie in conventie en de vordering in reconventie
[opposante] vordert -kort gezegd- nietigverklaring van het verstekvonnis, afwijzing van de oorspronkelijke vordering van KPN en een verklaring voor recht dat KPN ten onrechte de aan de procedure ten grondslag liggende overeenkomst heeft ontbonden.
[opposante] stelt daartoe het volgende.
KPN handhaaft in strijd met de redelijkheid en billijkheid de ontbinding van de overeenkomst en vordert ten onrechte de resterende termijnen over de contracttermijn.
Nadat [opposante] zich ervan bewust werd dat de problemen met de computer geen grond vormden voor opschorting van de betalingen aan KPN, heeft zij medio augustus 2006 telefonisch contact opgenomen met KPN. Haar is toen geadviseerd de onbetaald gelaten termijnen te betalen, waarbij tevens uitdrukkelijk is medegedeeld dat na ontvangst daarvan de ontbinding van de overeenkomst door KPN ongedaan zou worden gemaakt.
Op 17 augustus 2006 heeft [opposante] het volledige bedrag voldaan.
In reconventie vordert [opposante] vergoeding van €267,75. Zij heeft daartoe het volgende gesteld:
Ten gevolge van de handelwijze van KPN heeft [opposante] ter behartiging van haar belangen kosten ter hoogte van het gevorderde bedrag ter zake van verleende rechtskundige bijstand moeten uitgeven.
Het verweer in oppositie in conventie en in reconventie
KPN heeft aan haar vordering in conventie en aan haar verweer tegen de vordering in reconventie het volgende ten grondslag gelegd:
[opposante] heeft met KPN ter zake het gebruik van mobiele telecommunicatiediensten een overeenkomst gesloten. KPN heeft aan [opposante] een communicatieaansluiting en een mobiel telefoonnummer ter beschikking gesteld.
Bij factuurnummer 1/7 van 10 augustus 2006 heeft KPN €470,67 aan [opposante] in rekening gebracht wegens eenmalige kosten in verband met voortijdige beëindiging van de overeenkomst.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [opposante] KPN genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. KPN heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €75,00. [opposante] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan KPN te voldoen.
Voorts is [opposante] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend tot 27 november 2006, €4,90.
De beoordeling van het geschil
In conventie en in reconventie
De over en weer ingestelde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
Op grond van de toepasselijke voorwaarden van KPN was zij in beginsel gerechtigd tot afsluiting van de aansluiting over te gaan, omdat [opposante] in gebreke was met het betalen van drie facturen. In dit geval had zij de afsluiting evenwel niet mogen handhaven.
Door KPN wordt erkend dat tussen partijen een afspraak bestond dat de aansluiting zou worden hersteld na betaling door [opposante] van de drie openstaande nota’s. KPN heeft daaraan echter volgens haar stelling de voorwaarde verbonden dat [opposante] dezelfde dag de betaalbewijzen diende te faxen naar KPN en na een uur KPN moest opbellen om te controleren of de fax was aangekomen. Deze stelling wordt door [opposante] gemotiveerd weersproken. Nu KPN daarvan geen concreet bewijs heeft aangeboden, komt het bestaan van die voorwaarde niet vast te staan.
Er moet dus van worden uitgegaan dat de aansluiting zou worden hersteld na betaling door [opposante]. De betaling door [opposante] staat vast, zodat KPN niet tot handhaving van de afsluiting mocht overgaan. KPN heeft daarom ten onrechte bij de bovengenoemde factuur de resterende termijnen aan [opposante] in rekening gebracht.
Op grond van het vorenstaande moet de vordering van KPN worden afgewezen. Het verstekvonnis moet daarom werden vernietigd. De gevorderde verklaring voor recht is toewijsbaar. KPN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld, met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding, die voor rekening van [opposante] behoren te blijven.
De in reconventie gevorderde vergoeding moet worden afgewezen. Onvoldoende gesteld of gebleken is immers dat de werkzaamheden van de rechtshulpverlener andere werkzaamheden hebben betroffen dan het voorbereiden van de onderhavige procedure. De kosten die daarmee waren gemoeid, worden geacht te worden gedekt door de proceskostenveroordeling in conventie.
De proceskosten in reconventie komen voor rekening van [opposante], omdat deze in het ongelijk is gesteld.
Beslissing
De kantonrechter, rechtdoende in oppositie:
In conventie:
- vernietigt het verstekvonnis van 20 december 2006;
en opnieuw rechtdoende:
- verklaart voor recht dat KPN ten onrechte de aan de procedure ten grondslag liggende overeenkomst heeft ontbonden;
- wijst de vordering van KPN af;
- veroordeelt KPN tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure, die aan de kant van [opposante] tot en met vandaag worden begroot op €200,00 aan gemachtigdensalaris;
In reconventie
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [opposante] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van KPN tot en met vandaag worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.