ECLI:NL:RBHAA:2007:BA6015
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Haarlem op 23 februari 2007 een verzoek tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam minderjarige], behandeld. De Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland had op 19 februari 2007 een verzoek ingediend voor een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing, na een eerdere beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 1 februari 2007, waarin was besloten dat de uithuisplaatsing van [naam minderjarige] niet werd verlengd. De kinderrechter oordeelde dat de Stichting niet de juiste procedure volgde om de uitspraak van het Hof te omzeilen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat er nieuwe informatie was over de vader van [naam minderjarige], die verdacht werd van ernstige seksuele delicten. De kinderrechter concludeerde dat deze nieuwe feiten een herbeoordeling van de noodzaak tot uithuisplaatsing rechtvaardigden. De kinderrechter benadrukte dat rechterlijke uitspraken nageleefd moeten worden, maar dat in dit geval de veiligheid van [naam minderjarige] voorop stond. De kinderrechter verleende daarom de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig.
De beslissing werd genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de kinderrechter rekening hield met de risico's van seksueel misbruik in de thuissituatie en de noodzaak om de hechtingsmogelijkheden van [naam minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter gaf de Stichting de opdracht om voortvarend te werk te gaan bij het bepalen van het perspectief van [naam minderjarige]. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht was, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking ingesteld konden worden.