ECLI:NL:RBHAA:2007:BA6425
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de vordering tot herplaatsing van een arbeidsongeschikte werknemer bij KLM
In deze zaak heeft de kantonrechter te Haarlem op 5 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen A., een werknemer van KLM, en zijn werkgever, de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM). A. was sinds 1 augustus 1995 in dienst bij KLM en werd arbeidsongeschikt als gevolg van een bedrijfsongeval in maart 2001. Ondanks dat A. in staat werd geacht om fulltime te werken in een passende functie, heeft KLM hem geen vacante functie aangeboden. A. had eerder een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, dat door de kantonrechter was afgewezen. KLM had het herplaatsingstraject beëindigd en een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar dit verzoek werd ook afgewezen door de kantonrechter.
A. vorderde in deze procedure een voorlopige voorziening, waarbij hij KLM verzocht om hem de functie van gereedschapsuitgever aan te bieden en hem toegang te verlenen tot het intranet van KLM. De kantonrechter oordeelde dat KLM onvoldoende had gedaan om A. te herplaatsen, ondanks eerdere uitspraken van het UWV en de kantonrechter zelf. De rechter benadrukte dat KLM, als werkgever, de verplichting had om A. actief te ondersteunen in zijn re-integratie en hem passende functies aan te bieden.
De kantonrechter heeft KLM veroordeeld om A. binnen twee dagen na betekening van het vonnis de functie van gereedschapsuitgever in unit Hangar 14 aan te bieden, met een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor elke dag dat KLM deze verplichting niet nakomt, tot een maximum van € 50.000,00. Daarnaast werd KLM veroordeeld tot betaling van de proceskosten van A. De rechter concludeerde dat KLM niet had voldaan aan haar verplichtingen jegens A. en dat het onacceptabel was dat KLM bleef volharden in haar standpunt, ondanks de duidelijke aanwijzingen van deskundigen en eerdere rechterlijke uitspraken.