a. [Eiser], thans 33 jaar oud, is op 22 januari 1997 in dienst getreden bij Martinair als Eerste Officier Boeing 767. In april 2005 is [eiser] bevorderd tot gezagvoerder 767. Zijn salaris bedraagt € 9.283,69 bruto per maand exclusief emolumenten.
b. Na de vlucht Amsterdam-Miami op 14 maart 2007 waarop [eiser] als gezagvoerder had gediend, is op het vliegveld tussen met name [eiser] en de assistent purser [assistent purser] irritatie ontstaan over het al of niet wachten op de aflevering van een ID die een steward had vergeten. [Eiser] vond dat de bemanning met uitzondering van die steward met een busje alvast naar het hotel moest gaan. [assistent purser] heeft zich daarop provocerend jegens [eiser] gedragen. Uiteindelijk kon de bemanning toch binnen korte tijd gezamenlijk naar het hotel afreizen.
c. Over de precieze toedracht van het incident daarna bij het hotel lopen de verhalen van de diverse betrokkenen uiteen, maar wat wel duidelijk is, is het volgende.
d. Bij het hotel aangekomen heeft (wederom) een aanvaring plaatsgevonden tussen [eiser] en [assistent purser]. [Assistent purser] heeft voorgesteld een vieze crewborrel te houden. [Eiser] heeft daarop desbewust niet gereageerd, alhoewel dat volgens [eiser] tegen de regels was. Bij het uitladen van de koffers zijn [assistent purser] en [eiser] met elkaar in aanraking gekomen. [Assistent purser] heeft daarover een opmerking richting [eiser] gemaakt, welke [eiser], mede door de gebeurtenis eerder, in het verkeerde keelgat is geschoten. [Eiser] heeft [assistent purser] vastgepakt aan een bovenarm en hij heeft geprobeerd haar met haar gezicht naar hem toe te draaien. In bijzijn van een deel van de bemanning heeft hij haar woorden toegevoegd in de strekking van “En nou is het afgelopen met die grote mond van jou, ik ben hier de baas en niet jij.” Daarop heeft [assistent purser] zeer geëmotioneerd gereageerd, waarna [eiser] haar heeft losgelaten.
e. Met de purser die toen al in de lobby was, heeft [eiser] meteen daarna de situatie besproken en hij heeft haar gemeld dat hij het gedrag van [assistent purser] zodanig gezagsondermijnend vond en dat hij zich genoodzaakt had gezien in te grijpen, ook met het oog op de terugvlucht.
f. Na dat incident is een crewborrel gehouden.
g. De volgende ochtend heeft [eiser] contact opgenomen met de purser over het al of niet inzetten van [assistent purser] als assistent purser voor de terugvlucht. De purser wilde [assistent purser] als assistent purser laten terugvliegen en [eiser] heeft dat geaccepteerd. Vervolgens zijn het vervoer naar het vliegveld, de vlucht en de aankomst op Schiphol normaal verlopen.
h. Bij brief van 16 maart 2007 heeft Martinair [eiser] uitgenodigd voor een gesprek op 20 maart 2007 (later verzet naar 21 maart 2007), waarbij Martinair heeft meegedeeld:”Het gesprek is bedoeld om uw kant van het verhaal te beluisteren. (…) Op voorhand attendeer ik u erop dat dit incident dermate ernstig wordt bevonden, dat u rekening dient te houden met de mogelijkheid dat Martinair na dit gesprek uw dienstverband wegens een dringende reden beëindigt.”
i. Tijdens het gesprek op 21 maart 2007 heeft Martinair [eiser] op staande voet ontslagen. Bij brief van 23 maart 2007 heeft Martinair dat ontslag bevestigd. In die brief staat onder meer:
“In het gesprek van 21 maart jl. ontkende u de toedracht zoals de crew heeft verklaard. (...) U vertelde dat u heel boos bent over deze behandeling en over het feit dat u dit gesprek heeft moeten voeren. (...) De heer [medewerker Martinair] en mevrouw [medewerkster Martinair] hebben u verteld dat Martinair zich op het standpunt stelt dat u op een buitengewoon disproportionele wijze hebt gereageerd op de uitlatingen van uw collega, mevrouw [assistent purser]. U hebt haar zo agressief en bedreigend toegesproken, dat zij en omstanders bang waren dat u haar zou slaan. U hebt er bovendien op geen enkele wijze blijk van gegeven te beseffen dat u onjuist hebt gehandeld. In tegendeel, zelfs nadat u er een nachtje over had kunnen slapen bleef u bij uw standpunt en eiste u van de purser dat zij mevrouw [assistent purser] uit haar functie zou ontheffen. Voor Martinair is dergelijk gedrag jegens collega's onacceptabel. Dit klemt te meer daar Martinair van haar gezagvoerders verwacht dat deze voorbeeldgedrag vertonen en te alle tijden hun zelfbeheersing weten te behouden, zeker gezien hun bijzondere verantwoordelijkheid en bevoegdheden.
Resumerend stellen wij vast dat u zich schuldig heeft gemaakt aan intimidatie en misbruik van uw positie, dat u hierin heeft volhard nadat u tot rust was gekomen, dat uw gedrag zeer nadelig effect heeft gehad op de crew, dat u achteraf probeert om uw rol te bagatelliseren en de schuld in de schoenen van anderen te schuiven, dat u nog steeds niet begrijpt hoezeer dit gedrag onverenigbaar is met de functie van gezagvoerder, dat u het zelfs ergerlijk en volstrekt onbegrijpelijk vindt dat Martinair u hierop aanspreekt en dat u er geen blijk van geeft dat u zich de eerdere opmerkingen over onaangenaam en ongewenst gedrag ter harte heeft genomen. Uw optreden en houding zijn een gezagvoerder ronduit onwaardig.
Al deze feiten en omstandigheden, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, zijn voor Martinair een dringende reden geweest om de arbeidsovereenkomst met u met onmiddellijke ingang op te zeggen. Dit betekent dat u met ingang van 21 maart 2007 geen loon meer ontvangst. ”
j. [Eiser] heeft de nietigheid van dit ontslag ingeroepen.
k. Martinair heeft [eiser] ondanks aanmaning daartoe geen salaris betaald vanaf 21 maart 2007.
l. Martinair heeft inmiddels bij de rechtbank Haarlem sector kanton een verzoekschrift ingediend strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor het geval dat vast komt te staan dat daaraan nog geen einde is gekomen. De mondelinge behandeling van dat verzoek is voorzien op 25 juni 2007.