ECLI:NL:RBHAA:2007:BA6845

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/694039-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Mr. Scholte
  • Mrs. Van Dijk
  • Mrs. Goedhuis-Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelneming aan een criminele organisatie met oplichting en witwassen

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 maart 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. De verdachte heeft gedurende een periode van zes maanden deelgenomen aan deze organisatie, die op grote schaal slachtoffers heeft opgelicht door hen te misleiden met valse identiteiten en kunstgrepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar mededaders zich voordeden als medewerkers van betrouwbare instellingen, zoals banken en ambassades, en gebruik maakten van vervalste documenten om hun slachtoffers te overtuigen van de echtheid van hun verhalen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten van oplichting en het deelnemen aan een criminele organisatie, en heeft haar een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 29.428,65 aan de benadeelde partij. De rechtbank heeft ook bepaald dat het in beslag genomen geld en telefoons verbeurd worden verklaard, terwijl de horloges aan de verdachte worden teruggegeven. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd meegewogen, evenals de rol van de verdachte binnen de organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/694039-06
Uitspraakdatum: 27 maart 2007
Tegenspraak
STRAFVONNIS
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 februari, 5, 6 en 13 maart 2007 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in de P.I. Overijssel, P.I.V. Zwolle, te Zwolle.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Op vordering van de officier van justitie is de omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting van 5 maart 2007 aangepast ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Een kopie van die vordering is als bijlage II bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijsbeslissing
3.1 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan in dier voege dat
1.
(zaaksdossier 7: oplichting [slachtoffer 1])
zij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2006 tot en met 2 maart 2006 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen,
hebbende verdachte en/of haar mededaders met vorenomschreven oogmerk telkens valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als [alias 1][al[alias 2]2] en/of [alias 3] en/of in die valse hoedanighe(i)d(en):
- in Amsterdam een ontmoeting gearrangeerd met een persoon zich noemende als [alias 1] (een Zuid-Afrikaanse diplomaat) en/of een persoon zich noemden als [alias 2] (medewerker Zuid-Afrikaanse federale bank) en/of begeleid naar een kantoor in de buurt van Schiphol, alwaar een persoon
aanwezig was zien noemende [alias 4] en/of die [slachtoffer 1] verteld dat hij 8.600 euro moest betalen voor belasting en gemaakte kosten om het geld vrij te krijgen bij de ABN/AMRO bank en/of een ontvangstbewijs gegeven en/of die [slachtoffer 1] een bewijs gegeven dat hij eigenaar was van een bedrag van 48 miljoen USD en/of
- in voornoemd kantoor die [slachtoffer 1] een koffer getoond gevuld met Amerikaanse dollars voorzien van een merk of stempel, dat chemisch moest worden verwijderd en/of ten bewijze dat die dollars echt waren de stempel van enkele biljetten (van 100 dollar) verwijderd en/of meegedeeld dat die vloeistof niet meer bruikbaar was en/of was ingedikt, omdat deze te warm was geworden en/of (enkele van) die bankbiljetten aan die [slachtoffer 1] meegegeven teneinde ze op echtheid te laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] verteld dat die [alias 2] zijn baas in Zuid-Afrika moest bellen om deze gerechtigd was om opdracht te geven bij een bedrijf in Rotterdam om voor de Zuid-Afrikaanse bank de chemicaliën herbruikbaar te maken en/of die [slachtoffer 1] verzocht 34.600 euro te betalen voor de aanschaf van die chemicaliën, waarvan zij een deel zouden voorschieten en/of die [slachtoffer 1] een betalingsbewijs gestuurd dat een gedeelte (groot 19.000 USD) was voorgeschoten en/of
- die [slachtoffer 1] in contact gebracht met een persoon zich noemende [alias 3] (werkzaam bij de douane) en een ontmoeting gearrangeerd op een kantoor te Amsterdam toegezegd alle documenten te regelen die nodig waren voor het vrijgeven van het geld en/of die [slachtoffer 1] verzocht 21.050 euro te betalen voor het in orde maken van de vrachtbrief, nu deze niet klopte, nu er een vrachtbrief was voor één koffer, terwijl het om twee koffers ging en/of die [slachtoffer 1] verscheidene malen naar Nederland laten komen, teneinde het geld vrij te maken en/of
- die [slachtoffer 1] verscheidene brieven en stukken en documenten gezonden waaronder een "Customs Deposit Advice" van Ministry of Justice, customs & excise department, The Netherlands en een "Deposit Security Vault" van de ABN/AMRO en een brief van "Netherlands Drug Law Enforcement Agency",
waardoor die [slachtoffer 1] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
2.
(zaaksdossier 14: oplichting [slachtoffer 2/3])
zij op tijdstippen in de periode van 9 maart 2006 tot en met 23 mei 2006 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen,
hebbende verdachte en/of haar mededaders met vorenomschreven oogmerk telkens valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als [al[alias 5] en/of [alias 6] en/of [alias 7] en/of [alias 8] en/of [alias 9] en in die valse hoedanighe(i)d(en):
- die [slachtoffer 2] in Amsterdam ontvangen en/of naar een kantoor begeleid en/of aldaar twee koffers getoond gevuld met bankbiljetten die waren voorzien van stempels en/of die [slachtoffer 2] verteld dat die stempels er afgewassen moesten worden met chemisch spul en/of het wassen van biljetten voorgedaan en vervolgens die [slachtoffer 2] biljetten meegegeven ter controle van de echtheid van die biljetten en/of die [slachtoffer 2] 15.000 euro laten betalen en hem een bewijs van ontvangst gegeven van 20.000 euro en/of die [slachtoffer 2] gezegd dat het overige deel, zijnde 5.000 euro betaald was door een persoon zich noemende [betrokkene 1], zijnde de chef van die [alias 5] en/of
- vervolgens die [slachtoffer 2] verteld dat de chemische vloeistof die nodig was om de stempels van de biljetten te verwijderen niet meer goed was en dat er nieuwe vloeistof gekocht moest worden in Zwitserland en dat dit 160.000 euro kostte en dat [betrokkene 1] de helft zou betalen en die [slachtoffer 2] naar Amsterdam laten komen om dat bedrag te betalen en de volgende dag die [slachtoffer 2] gebeld en gezegd dat het geld nog niet vrijgegeven kon worden omdat er problemen waren met de Nederlandse overheid in verband met moneylaunderingwetgeving (witwaswetgeving) en/of
- vervolgens die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] uitgenodigd naar Amsterdam te komen en/of een ontmoeting gearrangeerd met een vrouw zich noemde [alias 9] en en man zich noemende [betrokkene 2] (manager bij SNS Securities) en hun op een hotelkamer een koffer met geld getoond en een kwitantie gegeven na betaling van 20.000 euro en hun de koffer gegeven waarin 50.000 dollars zouden zitten en/of vervolgens die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] telefonisch gemeld dat zij de koffer niet moesten
openmaken, omdat zij per ongeluk de koffer hadden meegekregen die voor een ander bestemd was en/of
- vervolgens die [slachtoffer 3] naar Amsterdam laten komen en een ontmoeting gearrangeerd met personen zich noemende [betrokkene 3] en [alias 8] en gevraagd 55.000 euro te betalen teneinde het geld vrij te krijgen en/of die [slachtoffer 3] verteld dat hij naar Den Haag moest gaan om een certificaat te kopen om het geld vrij te krijgen en/of met die [slachtoffer 3] afgesproken dat zij het geld die dag nog zou krijgen bij SNS Securities en/of
- vervolgens die [slachtoffer 2] diverse bedragen laten betalen voor de opslag van het geld en/of
- vervolgens die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] naar Schiphol, gemeente Haarlemmermeer laten komen en/of aldaar een ontmoeting gearrangeerd met die [betrokkene 3] en een man zich noemde [alias 6] en/of een koffer getoond met daarin 8 miljoen dollar en/of die [slachtoffer 3] biljetten meegegeven teneinde te laten controleren op echtheid en/of verteld dat de koffer niet geopend mocht worden omdat het geld net gereinigd was en/of niet in aanmerking mocht komen met licht en/of
- aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] die [slachtoffer 1] verscheidene brieven en/of stukken en/of documenten gezonden,
waardoor die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
3.
(zaaksdossier 15: oplichting [slachtoffer 4])
zij op tijdstippen in de periode van 15 maart 2006 tot en met 24 maart 2006 in Nederland en/of te Duitsland,
tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van 15.000 euro,
hebbende verdachte en/of haar mededaders met vorenomschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als [alias 11] en/of [alias 7] en/of [alias 8] en/of in die valse hoedanighe(i)d(en):
- die [slachtoffer 4] naar Nederland laten komen om aldaar het geld in ontvangst te laten nemen bij het bedrijf SNS Security en/of dat geld te laten deponeren op een rekening in Liechtenstein en/of die [slachtoffer 4], na het tonen van zijn visitekaartje op naam van Mekize, naar het kantoor van SNS Security gebracht, alwaar onder meer een persoon aanwezig was zich noemende [alias 7] en alwaar die [slachtoffer 4] zich moest legitimeren en 15.000 euro moest betalen voor gemaakte vervoerskosten en/of
- die [slachtoffer 4] verscheidene brieven en stukken en documenten gezonden waaronder een "Terminbestaetigung" opgemaakt door [alias 8] d.d. 23 maart 2006 en een "letter of probate and administration" opgemaakt door de Standard Bank of South Africa d.d. 07 maart 2006 en een "deposite certificate" opgemaakt door de Standard Bank of South Africa,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
(zaaksdossier 18: oplichting [slachtoffer 5])
zij op tijdstippen in de periode van 16 maart 2006 tot en met 22 mei 2006 te Amsterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van:
- 23.250,75 euro en
- 5.987,90 euro,
hebbende verdachte en/of haar mededaders telkens met vorenomschreven oogmerk telkens valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als [alias 12] en/of [alias 13] en/of [alias 14] en/of in die valse hoedanighe(i)d(en):
- die [slachtoffer 5] naar Nederland laten komen en een ontmoeting gearrangeerd met een man die zich voordeed als de assistent van die [betrokkene 4] teneinde die [slachtoffer 5] 23.250,75 euro te laten betalen voor de vervoerskosten en/of teneinde die [slachtoffer 5] het (hem toegezegde) geldbedrag in ontvangst te laten nemen en/of
- die [slachtoffer 5] een koffer een geldkoffer getoond, inhoudende Amerikaanse bankbiljetten van 100 US dollar, welke waren voorzien van inktstempels en/of getoond hoe middels een vloeistof de inkt van de bankbiljetten kon worden verwijderd en/of
- vervolgens die [slachtoffer 5] een factuur gezonden betreffende de opslagkosten van het geld bij Trident Security & Service en/of die [slachtoffer 5] verzocht deze factuur per Western Union te voldoen en/of
- die [slachtoffer 5] verscheidende documenten en brieven en faxen gestuurd, waaronder een "Certificate of Incorporation" van de Corporate Affairs Commission d.d. 01 maart 2006 en een "Letter of Probate and Administration" van de Federal High Court of Justice, capetown, South Africa d.d. 10 mei 2006,
waardoor die [slachtoffer 5] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
5.
zaaksdossier 30: criminele organisatie)
zij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 6 juni 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en Amsterdam heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit verdachte en haar mededaders welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- medeplegen van valsheid in geschrift en
- medeplegen van gewoontewitwassen en
- medeplegen van oplichting;
6.
(witwassen)
zij op tijdstippen in de periode van 24 maart 2006 tot en met 18 mei 2006 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededaders meermalen geldbedragen tot een totaal van 94.131,75 euro, bestaande uit:
· 35.000 euro en
· 25.000 euro en
· 23.250,75 euro en
· 10.000 euro en
· 1.230 US-dollar (zijnde -ongeveer- 881 euro),
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl zij wist, dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit oplichting en/of valsheid in geschrift.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.2 Bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de navolgende bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
(...)
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1, 2, 4 (telkens):
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
feit 3:
medeplegen van oplichting
feit 5:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
feit 6:
medeplegen van gewoontewitwassen
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van de sanctie en van overige beslissingen
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft alle feiten bewezen geacht en gevorderd dat de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 24 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] geheel wordt toegewezen (€ 29.428,65). Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd om het geld en de telefoons verbeurd te verklaren en de horloges terug te geven aan verdachte. Voorts heeft hij aangekondigd dat hij de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal gaan vorderen.
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de keuze tot oplegging van een vrijheidbenemende straf en de vaststelling van de duur daarvan heeft de rechtbank in het bijzonder mee laten wegen dat verdachte gedurende een half jaar heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich op grote schaal bezighoudt met oplichting, valsheid in geschrifte en het witwassen van geldbedragen. Medeverdachten hebben een kantoor opgericht dat dienst deed als facilitair bedrijf voor het oplichten van personen. De slachtoffers werd een percentage van een niet bestaand miljoenenbedrag in het vooruitzicht gesteld, waarbij verdachte en haar medeverdachten uiterst geraffineerd en gewetenloos te werk gingen door de slachtoffers allerhande leugens voor te schotelen, maar ook door deze nagemaakte documenten van betrouwbare instellingen, zoals banken, toe te zenden. Voorts deden de leden van de organisatie -daarbij gebruik makend van valse namen - zich voor als werknemer bij een betrouwbare instelling als een ambassade of een bestaande bankinstelling. Ook werden de slachtoffers ter onderbouwing van het verhaal officieel ogende overlijdensakten, erfenistoekenningen en dergelijke toegezonden met daarbij rekeningen voor allerhande kosten verband houdende met de overdracht van het geld.
Daarnaast werden de niet uit Nederland afkomstige slachtoffers naar Nederland, veelal naar een speciaal daartoe ingericht nepkantoor, gelokt om het geld in ontvangst te nemen. Hier kregen zij meestal koffers met geld te zien waarbij hen werd verteld dat dit geld was voorzien van stempels om diefstal te voorkomen. Ter plekke werd met behulp van de wash-wash truc een aantal biljetten ontdaan van de stempels. De slachtoffers kregen vervolgens een aantal van deze gewassen biljetten mee om deze te kunnen testen op hun echtheid. Daarna kregen zij te horen dat de reinigingsvloeistof op was en dat voor de reiniging van de overige biljetten een aanzienlijk geldbedrag betaald diende te worden.
Verdachte trad hierbij op als assistente, secretaresse dan wel tolk. Zij was er bij als de koffers met geld werden getoond en biljetten uit de koffers door een medeverdachte, die dienst deed als chemicus of iemand van een bank deze reinigde teneinde de slachtoffers te overtuigen van de echtheid van het hen toegezegde geldbedrag. Door dit gezamenlijke optreden waarover veelal tevoren overleg werd gevoerd werden slachtoffers overtuigd van de oprechtheid van de hen voorgeschotelde verhalen.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met anderen schuldig gemaakt aan vier oplichtingen, waarbij zij werd ingezet door haar medeverdachten voor hetzij werkzaamheden op kantoor, hetzij voor werkzaamheden op een andere ontmoetingsplaats. Verdachte bediende zich daarbij van valse namen en hoedanigheden. Verdachte is Britse en spreekt daarnaast onder meer vloeiend Duits. Verdachte heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het gewekte vertrouwen bij de slachtoffers, die veelal afkomstig waren uit landen waar Duits of Engels wordt gesproken.
Hoewel het niet onaannemelijk is dat de slachtoffers van verdachte en diens medeverdachten mogelijk werden gedreven door hebzucht, waardoor zij ten prooi zijn gevallen aan deze criminele organisatie, doet dat niets af aan de strafwaardigheid en de verwerpelijkheid van het bewezen verklaarde. Onder meer uit de verklaringen van de verdachten zelf volgt dat personen die zich met deze vorm van oplichting bezighouden juist appelleren aan de hebzucht van hun slachtoffers en daarbij zelf floreren.
Samen met anderen heeft verdachte voorts een gewoonte gemaakt van het witwassen van van misdrijf afkomstig geld. Witwassen vormt een aantasting van het financieel-economisch bestel, omdat daarmee gelden worden onttrokken aan het zicht van de fiscus en justitie en het als gevolg daarvan corrumperend werkt op het reguliere handels- en betalingsverkeer.
De rechtbank is van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen en dat voor een voorwaardelijk deel om deze reden geen ruimte is.
Vordering benadeelde partij
Namens verdachte is aangevoerd dat de benadeelde partij [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, omdat deze in de Duitse taal zijn opgesteld. Subsidiair is aangevoerd dat de vordering ter zitting door de officier van justitie is ingediend en dat dit juridisch gezien niet mogelijk is, omdat een officier van justitie niet mag optreden als gemachtigde. Deze stellingen vinden geen steun in het recht en de verweren worden daarom verworpen.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 29.428,65 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot het gevorderde bedrag eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit dit bewezenverklaarde feit. De vordering zal dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geld dient te worden verbeurdverklaard. Aangenomen moet worden dat het bij verdachte aangetroffen en hem toebehorende geldbedrag, met name gelet op de hoogte daarvan, geheel of grotendeels door middel van de bewezen verklaarde feiten is verkregen.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven telefoons, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van deze telefoons, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan of voorbereid.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 47, 57, 140, 326, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIERENTWINTIG MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 5] geleden schade tot een bedrag van € 29.428,65 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 5], voornoemd, rekeningnummer [bankrekening], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart verbeurd:
- Geld Nederlands; 6x50, 1x20, 2x10, 1x5, muntgeld 0.83, totale waarde 345,83 euro
- Geld Nederlands; 2x500, totale waarde 1000 euro
- 1.00 STK Telefoontoestel; NOKIA 3120; imei 35745007951564
- 1.00 STK Telefoontoestel; NOKIA; imei 3575588001874034
- 1.00 STK Telefoontoestel; NOKIA; imei 357583000054167
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1.00 STK Horloge GUCCI; 10005533
- 1.00 STK Horloge GUCCI; 8600m0005109
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Scholte, voorzitter,
mrs. Van Dijk en Goedhuis-Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. De Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 maart 2007.
Mr. Scholte is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.