ECLI:NL:RBHAA:2007:BA7448

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 338532 / CV EXPL 07-1743
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van dagvaarding door herstelexploit met fouten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 13 juni 2007, is de nietigheid van een dagvaarding aan de orde. De eiser had de gedaagde gedagvaard op 5 februari 2007, maar de gedaagde was niet verschenen tijdens de zitting op 28 februari 2007. De kantonrechter constateerde dat de inleidende dagvaarding een verkeerd adres van de sector kanton vermeldde, wat volgens artikel 111, lid e, Rv juncto artikel 120, lid 1 Rv leidde tot een gebrek dat nietigheid met zich meebracht. De kantonrechter besloot dat de zaak opnieuw ter rolle zou dienen op 11 april 2007, waarbij de eiser werd bevolen om de gedaagde op de hoogte te stellen van deze datum en het gebrek te herstellen op kosten van de eiser.

Echter, bij het herstelexploot van 21 mei 2007 werd de gedaagde opnieuw gedagvaard voor de zitting van 30 mei 2007, maar deze dagvaarding vermeldde niet aan wie afschrift van het exploot was gelaten. Dit leidde wederom tot een gebrek dat nietigheid met zich meebracht. De kantonrechter oordeelde dat, aangezien de eiser al eerder de gelegenheid had gekregen om een gebrek in de inleidende dagvaarding te herstellen, er geen grond was om nogmaals een herstelexploit toe te staan. De kantonrechter verklaarde de dagvaarding nietig, wat betekent dat de gedaagde niet op de hoogte was gesteld van de procedure en de eiser niet in zijn vordering kon worden ontvangen.

De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opstellen van dagvaardingen en de gevolgen van fouten in het procesrecht. De uitspraak is een duidelijke illustratie van de toepassing van de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de noodzaak om aan de formele vereisten te voldoen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 338532 / CV EXPL 07-1743
datum uitspraak: 13 juni 2007
VONNIS
inzake
[eiser]
te [adres]
eiser
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde: Hellemons Gerechtsdeurwaarders & Partners B.V.
tegen
[gedaagde]
te [adres]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
De procedure
[eiser] heeft [gedaagde] gedagvaard op 5 februari 2007 tegen de zitting van 28 februari 2007. [gedaagde] is toen niet verschenen.
Omdat de kantonrechter had geconstateerd dat de inleidende dagvaarding een verkeerd adres van de sector kanton vermeldde en deze op grond van artikel 111, lid e, Rv juncto artikel 120, lid 1 Rv, aan een gebrek lijdt dat nietigheid met zich meebrengt, heeft de kantonrechter overeenkomstig artikel 121, lid 2, Rv bepaald dat de zaak wederom ter rolle zou dienen op woensdag, 11 april 2007 te 09.00 uur en heeft hij [eiser] bevolen deze datum bij exploot aan [gedaagde] aan te zeggen met herstel van het gebrek op kosten van [eiser]; [eiser] heeft hiervoor vervolgens uitstel gevraagd en gekregen.
Bij herstelexploot van 21 mei 2007 is [gedaagde] gedagvaard tegen de zitting van 30 mei 2007, onder intrekking en buiten effectstelling van de eerder uitgebrachte hersteldagvaarding van 3 mei 2007. [gedaagde] is wederom niet verschenen.
De beoordeling van het geschil
Gebleken is dat de hersteldagvaarding van 21 mei 2007 niet vermeldt aan wie afschrift van het exploot is gelaten. Op grond van artikel 111, lid e, Rv juncto artikel 120, lid 1 Rv, lijdt deze dagvaarding derhalve aan een gebrek dat nietigheid met zich brengt. Omdat [eiser] in de procedure in de gelegenheid is gesteld een eerder gebrek aan de inleidende dagvaarding te herstellen, zal de kantonrechter thans de nietigheid van de dagvaarding uitspreken. Aannemelijk is dat het herstelexploot [gedaagde] als gevolg van de nietigheid niet heeft bereikt.
Beslissing
De kantonrechter:
Verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.