- de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, onder meer – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Temazepam was aan mij voorgeschreven, niet aan mijn vrouw.
In de nachtelijke uren van 16 juni 2006 op een tijdstip bij duisternis reed ik met mijn vrouw, genaamd [slachtoffer] in mijn personenauto, Opel Vectra, gekentekend [kenteken], komende vanaf mijn werkplek in Amsterdam over de Provincialeweg [provincialeweg] te Middelie in de gemeente Zeevang. Ik hoorde op een gegeven moment klap, boem en toen was de auto in het water. Ik zei: We moeten eruit en mijn vrouw zei: ”water eruit”. Ik heb de ramen van de beide voorportieren opengedaan en haar uit het rechterraam van de auto geduwd. Ik ben achter [slachtoffer] aan gegaan, ook uit het rechterraam. Ik was nat tot borsthoogte, tot aan het begin van mijn schouders. Ik ben niet met mijn hoofd onder water geweest. Ik ging met mijn armen gespreid naar voren eruit. Dan blijft je hoofd droog. Door het rechterraam ga je toch gewoon naar voren.
[slachtoffer] heeft in maart 2006 tegen mij gezegd dat ze alleen bij me bleef vanwege de kinderen. [slachtoffer] woog 45 tot 47 kilogram.
Ik ben op 17 mei 2006 naar de huisarts geweest voor slaaptabletten. Toen kreeg ik Temazepam. Ik heb er toen 10 gekregen; daarvan heb ik twee pillen ingenomen. Ik heb er maar twee ingenomen, omdat ik er ’s morgens nog helemaal door versuft was. U vraagt mij waarom ik dan daarna nog drie keer Temazepam heb gehaald. Op 19 mei 2006 heeft [slachtoffer] een zelfmoordpoging gedaan en pillen, waaronder Temazepam, ingenomen. De dag erna, zaterdag, heeft ze gezegd dat ze al die pillen weer had gekregen. Ze was naar de apotheek gegaan om de pillen die ze had ingenomen, opnieuw te krijgen. Ze zei dat ze deze weer had opgehaald. Dat blijkt dus niet te kunnen, want er is - naar ik later heb begrepen - pas op 23 mei 2006 een nieuw doosje Temazepam opgehaald. U vraagt mij naar de Temazepamcapsules die op 2 en 7 juni 2006 zijn opgehaald. Die heb ik opgehaald. De Temazepam die op 23 mei 2006 is verstrekt, moet [slachtoffer] hebben opgehaald. Ik zag op 21 mei 2006 twee doosjes liggen en die heb ik in de keuken bij de broodtrommel gelegd. [slachtoffer] was vaak depressief en daarom heb ik de pillen mee naar mijn werk genomen. Ik heb zeker 25 Temazepam-pillen meegenomen naar mijn werk. In totaal zijn er - naar ik nu weet - 37 pillen verstrekt. Zij heeft er natuurlijk ook een aantal ingenomen, dat waren er 8. Ik weet het niet precies. Van die pillen heb ik een groot deel weggegooid. Ik heb ze stuk gemaakt en weggegooid in de plastic zak in de keuken. Ik heb ze ook door de wc gespoeld. Ik heb er zeker 7 of 8 weggegooid. U vraagt mij waarom er doordrukstrips in de oliedrum op mijn werkplek lagen en u vraagt mij waarom er twee pillen in mijn bureaulade lagen. Ik bewaarde ze daar en vanaf daar nam ik ze mee naar huis. Ik had op die manier de controle over de pillen. Ik heb haar op 7 en 8 juni 2006 een pil gegeven. Ik neem aan dat ze die heeft ingenomen. Ik heb op vrijdag 9 juni 2006 drie pillen meegenomen. Ik heb ze niet aan haar gegeven. Ik weet niet meer wat ik met die pillen heb gedaan. U vraagt mij hoe het kan dat [slachtoffer] Temazepam in haar maag had, terwijl ik haar geen pil heb gegeven. Dat weet ik dus niet, ik heb het nergens opgesmeerd. U vraagt mij hoe het kan dat er Temazepam in het flesje Extran Orange is aangetroffen. Dat weet ik niet, dat heb ik er niet ingedaan. Ik wist dat ik van Temazepam versuft werd.
[slachtoffer] had de flesjes drinken meegenomen, die hebben we op het werk genuttigd. Ik heb de flesjes daar weggegooid.
Als ik naar mijn werk rijd, rijd ik via de snelweg [rijksweg] naar Amsterdam, behalve als het druk is. U vraagt mij waarom ik, nadat we bij mijn werk waren geweest, niet de snelste weg naar huis heb genomen, over de [rijksweg]. Ik heb een weg genomen die we vaker rijden. U houdt mij voor dat de route die ik heb gereden, 54 minuten kost en dat dit 13 minuten langer is dan de route over de snelweg. Ik heb gewoon die weg genomen en verder niet. Ik heb daar niet over nagedacht. Ik ben nachtblind. U vraagt mij waarom ik dan niet de snelweg heb genomen. Die is ook donker. U zegt mij dat op de [provincialeweg] meer bochten zijn. Ik rijd daar wel vaker, dan rijd ik gewoon rustiger.
Ik was niet moe toen ik naar huis reed, ik voelde me gewoon lekker relaxed. Na de rotonde in Edam ben ik in slaap gevallen. U zegt mij dat na de rotonde nog een flauwe bocht komt. Ik weet het echt niet, volgens mij heb ik dan op de automatische piloot gereden.
U vraagt mij waarom ik wisselend heb verklaard over de vraag of [slachtoffer] wel of niet wakker was na het te water raken. Ik wist het niet meer, het is 10 maanden geleden. Ze was wakker. Ze riep: water, eruit! Ik heb de ramen open gedaan, omdat mij is geleerd niet door de deur te gaan. Daarna heb ik de gordels los gemaakt. Ik zag niet dat de auto nauwelijks boven het water uitkwam. Ik weet niet of er water door de ramen kwam, toen ik ze open deed. Ik wilde er gewoon zo snel mogelijk uit, ik was in paniek. U vraagt mij of [slachtoffer] meteen begreep dat ze door het raam moest. Dat weet ik niet. Ik heb haar bij de schouder en de heup gepakt en haar eruit geduwd. Ik kan me niet herinneren of ze heeft meegewerkt. Ze zat met haar pols nog vast in de gordel. U zegt mij dat we samen in een noodsituatie zaten en vraagt mij of [slachtoffer] zich passief gedroeg. Ik weet het niet, ik heb haar gepakt en geduwd. U vraagt mij waarom ik haar heb geduwd, terwijl zij wakker was en zegt mij dat het logischer is om ieder aan de eigen kant eruit te gaan. Dat is misschien logisch, maar ik wilde haar eruit hebben. U zegt mij dat het op deze manier langer duurde voordat we uit de auto waren. Ik weet het niet. U zegt mij dat het wel lijkt alsof ze in het geheel niet meegedaan heeft in deze situatie, terwijl zij toch een sportief iemand was. Dat weet ik niet, ik heb haar gewoon geholpen om eruit te komen. Zij moest de auto uit. Ik kan me niet herinneren wat zij deed, daar heb ik niet op gelet. U vraagt mij of ik haar er makkelijk uit kon duwen. Nee, want zij zat met haar hand vast in de gordel. U vraagt mij of zij heeft geroepen dat zij vast zat. Dat weet ik niet, misschien wel, want anders had ik niet geweten dat zij vast zat. U vraagt mij of ik hard heb geduwd. Dat weet ik niet, ik heb er gewoon voor gezorgd dat zij uit de auto was. Ik heb mijn lichaam mee geduwd met mijn knie en ik heb haar eruit geduwd. Ik zat zelf op mijn knie. Ze ging half naar de voorkant van de auto, ze ging er niet recht uit. Ik heb niet gezien waar ze terecht is gekomen. Ik zat al half op haar stoel, zij zat vast in de gordel, ik heb haar naar de linkerkant of links in het midden geduwd. Daarna ben ik zelf gelijk het raam uitgegaan met mijn armen wijd. Ik ben naar rechts gegaan, naar de achterkant van de auto. Ik zei: “kom”. Toen ik omkeek, zag ik haar niet. Ik ben terug gegaan en ben gaan zoeken aan de rechterkant, bij het rechterportier. Ik ben ook naar voren gegaan. Ik ben met mijn handen en voeten gaan zoeken. Ik kon niet met mijn handen bij de bodem, mijn voeten zakten weg. Ik heb er niet aan gedacht om te duiken. Ik verwachtte dat zij dichtbij was. Ik zag lichten en toen ben ik eruit gegaan om een auto te stoppen. De auto was niet heel dichtbij, want anders had ik niet genoeg tijd om op de kant te klimmen. Je kon er niet makkelijk lopen. Ik kan me niet herinneren of ik tijdens het zoeken heb geroepen.
U vraagt mij of na het ongeval mijn mobiel nog werkte. Mijn mobiel zat in mijn jaszak en ik ben nergens tegenaan gekomen. Ik denk het dus wel. Ik zag een auto aankomen en heb een man gevraagd om 112 te bellen. Ik heb er niet aan gedacht om mijn eigen telefoon of die van [slachtoffer] te gebruiken.
Nadat ik de man had aangehouden, ben ik weer het water ingegaan aan de linkerkant van de auto. Ik ben meteen voorlangs gegaan om aan de rechterkant te komen. U vraagt mij waarom ik niet het water ben ingedoken, omdat dit een stuk sneller gaat. Ik zeg u, ik was toch droog aan de bovenkant. Ik wist alleen dat het aan de rechterkant blubberig was. Dan heb ik een verkeerde keuze gemaakt. Ik was aan de rechterkant uit het water gekomen om [getuige 2] te stoppen.
Ik ben in totaal vier keer het water ingegaan. Toen ik de auto uitging, ben ik naar rechts gelopen, daarna heb ik naar [slachtoffer] gezocht. Ik zag een auto komen en ben uit het water gegaan, [getuige 2] belde 112 en daarna ben ik het water weer ingegaan en heb ik gezocht. Toen ben ik uit het water gegaan en heb ik [getuige 2] gevraagd of hij mijn zus wilde bellen; vervolgens heb ik uit het middenconsole mijn sigaretten gepakt. Ik heb twee haaltjes van mijn sigaret genomen en toen ben ik het water weer ingegaan.