ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9686
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Schending van de geheimhoudingsplicht door werknemer en vordering tot betaling van contractuele boete
In deze zaak heeft de werkgever, Wika Trade International B.V., de werknemer aangesproken wegens het verzenden van bedrijfsbestanden naar zijn privé e-mailadres, wat volgens de werkgever een schending van de geheimhoudingsplicht zou zijn. De werkgever vorderde een contractuele boete van €10.000,00. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van schending van de geheimhoudingsplicht, omdat de werknemer geen gebruik had gemaakt van de verzonden informatie. De kantonrechter merkte op dat, hoewel de werknemer mogelijk niet als een goed werknemer had gehandeld, dit niet voldoende was om de vordering te onderbouwen. De werkgever had onvoldoende feiten gepresenteerd die de schade konden aantonen, waardoor de vordering werd afgewezen.
De kantonrechter wees de vordering van Wika af en veroordeelde de werkgever in de proceskosten. In reconventie erkende de werkgever dat zij nog salaris en vakantiegeld aan de werknemer verschuldigd was, en deze bedragen werden toegewezen. De vordering van de werknemer tot vergoeding van kinderopvang werd afgewezen, omdat de werknemer niet voldoende had aangetoond dat aan de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst was voldaan. De kantonrechter besloot dat de werkgever de werknemer €1.885,72 moest betalen, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, en dat de proceskosten in reconventie op nihil werden gesteld.
Het vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter op 4 juli 2007 en is uitvoerbaar bij voorraad. De zaak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het stellen van vorderingen in arbeidszaken, vooral als het gaat om schendingen van geheimhoudingsplichten.