ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9686

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
333166 CV EXPL 06-13015
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de geheimhoudingsplicht door werknemer en vordering tot betaling van contractuele boete

In deze zaak heeft de werkgever, Wika Trade International B.V., de werknemer aangesproken wegens het verzenden van bedrijfsbestanden naar zijn privé e-mailadres, wat volgens de werkgever een schending van de geheimhoudingsplicht zou zijn. De werkgever vorderde een contractuele boete van €10.000,00. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van schending van de geheimhoudingsplicht, omdat de werknemer geen gebruik had gemaakt van de verzonden informatie. De kantonrechter merkte op dat, hoewel de werknemer mogelijk niet als een goed werknemer had gehandeld, dit niet voldoende was om de vordering te onderbouwen. De werkgever had onvoldoende feiten gepresenteerd die de schade konden aantonen, waardoor de vordering werd afgewezen.

De kantonrechter wees de vordering van Wika af en veroordeelde de werkgever in de proceskosten. In reconventie erkende de werkgever dat zij nog salaris en vakantiegeld aan de werknemer verschuldigd was, en deze bedragen werden toegewezen. De vordering van de werknemer tot vergoeding van kinderopvang werd afgewezen, omdat de werknemer niet voldoende had aangetoond dat aan de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst was voldaan. De kantonrechter besloot dat de werkgever de werknemer €1.885,72 moest betalen, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, en dat de proceskosten in reconventie op nihil werden gesteld.

Het vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter op 4 juli 2007 en is uitvoerbaar bij voorraad. De zaak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het stellen van vorderingen in arbeidszaken, vooral als het gaat om schendingen van geheimhoudingsplichten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 333166/CV EXPL 06-13015
datum uitspraak: 4 juli 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Wika Trade International B.V.
te Driebruggen, gemeente Reeuwijk
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen Wika
gemachtigde mr. N.J.M. Derks
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. W.M.U. van der Blom
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk-ken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- de dagvaarding van 15 december 2006, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 14 februari 2007 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie en vermindering van eis, met producties,
- de akte houdende uitlating producties in conventie, tevens conclusie van dupliek in reconventie.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [gedaagde] is van 1 januari 2006 tot 14 september 2006 bij Wika in dienstbetrekking werkzaam geweest.
b. Het laatstelijk door [gedaagde] genoten salaris bedroeg €1.190,48 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
c. Artikel 8 van de arbeidsovereenkomst bepaalt het volgende:
“Werknemer is gedurende het bestaan van deze overeenkomst en na beëindiging daarvan verplicht tot stipte geheimhouding van alle feiten en overige bijzonderheden die hem/haar bekend zijn over werkgever, personeel, klanten en relaties.”
d. Artikel 9 van de arbeidsovereenkomst bevat een boetebeding op overtreding van artikel 8 van €10.000,00 voor iedere overtreding, alsmede €1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
e. Artikel 11.3 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt:
“Indien fiscaal toegestaan, zal vanaf maart 2006, indien de vrouw van de werknemer weer volledig gaat werken, een vergoeding worden betaald voor kinderopvang (2 dagen per week). Indien de vrouw van de werknemer ook hiervoor een vergoeding ontvangt van haar werkgever, wordt de bijdrage van Wika Trade International B.V. hiermee verlaagd.”
f. Op 14 september 2006 hebben partijen in onderling overleg de arbeidsovereenkomst per direct beëindigd en dit schriftelijk vastgelegd en ondertekend.
In conventie
De vordering
Wika vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Wika te betalen €8.808,12, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2006 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
Wika heeft het volgende aan haar vordering ten grond-slag gelegd:
In augustus 2006 heeft [gedaagde] bedrijfsinformatie aan zijn privé emailadres gezonden en de desbetreffende bestanden vervolgens van de bedrijfscomputer verwijderd. Het betrof het complete crediteuren- en debiteurenbestand (NAW gegevens), het inventarisatieprogramma Next Wika en diverse aanvragen en aanbiedingen van klanten en leveranciers.
Onder valse voorwendselen heeft [gedaagde] zich het speciaal voor Wika ontwikkelde softwarepakket Next Wika door de softwareleverancier laten toezenden. [gedaagde] had die leverancier in strijd met de waarheid medegedeeld dat de computer van Wika was gecrashed.
Wika heeft van één en ander bij de politie aangifte gedaan op 18 september 2006.
Door specifieke bedrijfsinformatie doelbewust over te brengen naar zijn privé mailadres [gedaagde] heeft willens en wetens doel en strekking van de geheimhoudingsverplichting van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst geschonden.
Is dientengevolge de boete verschuldigd die artikel negen van de arbeidsovereenkomst stelt op overtreding dan wel niet-nakoming van artikel acht. Is niet overgegaan tot betaling van de door hem verschuldigde boete.
Wika beperkt haar aanspraak tot een bedrag van € 10.000,00, waarop in mindering kan strekken het salaris dat volgens de eindafrekening nog verschuldigd is, te weten: €1.191,88 netto. Per saldo resteert een bedrag van €8.808,12.
Tot dusver heeft [gedaagde] nog geen voor Wika waarneembaar gebruik gemaakt/laten maken van de vertrouwelijke bedrijfsinformatie van Wika die hij zich heeft toegeëigend. Wika houdt zich alle rechten jegens [gedaagde] voor, indien van dergelijk gedrag in de toekomst zou blijken.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
In reconventie:
De vordering
[gedaagde] vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Wika zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde] te betalen:
1. het salaris over september 2006 ad bruto €1.190,49;
2. de vakantietoeslag over de maanden juni tot en met september 2006 ad bruto €695,24;
3. €720,33 wegens kinderopvang;
4. de wettelijke verhoging ad 50% over de onder 1. tot en met 3. gevorderde bedragen;
5. de wettelijke rente over de sub 1. tot en met 4. gevorderde bedragen vanaf 1 oktober 2006 tot de dag van de daadwerkelijke betaling;
één en ander met veroordeling van Wika in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft het volgende aan zijn vordering ten grond-slag gelegd:
Wika heeft ten onrechte het salaris en vakantiegeld niet aan [gedaagde] uitgekeerd.
Wika is haar toezegging aan [gedaagde] niet nagekomen om een derde gedeelte van de kosten van de kinderopvang te vergoeden. Ter zake van deze kinderopvang heeft [gedaagde] nog €720,33 te vorderen.
Het verweer
Wika heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
In conventie
Tussen partijen is blijkens hun stellingen niet in geschil dat [gedaagde] bestanden van de bedrijfscomputer van Wika naar zijn privé emailadres heeft gezonden. Zij verschillen van mening over de redenen waarop dit door [gedaagde] is gedaan.
Wat daar verder ook van zij, in ieder kan de aan de vordering van Wika ten grondslag gelegde schending van de geheimhoudingsplicht niet tot toewijzing van de vordering leiden. Gesteld noch gebleken is immers dat [gedaagde] informatie die hij aldus naar zijn privé emailadres heeft gestuurd aan derden heeft doorgegeven en/of geopenbaard. Wika erkent dit overigens zelf ook, nu zij heeft gesteld dat [gedaagde] tot dusver nog geen voor Wika waarneembaar gebruik heeft gemaakt/laten maken van de vertrouwelijke bedrijfsinformatie van Wika.
Zolang dat niet is gebeurd kan naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake zijn van schending van de geheimhoudingsplicht.
Mogelijk heeft [gedaagde] zich niet als goed werknemer gedragen, maar dat is niet aan de vordering ten grondslag gelegd. De kantonrechter ziet ook geen aanleiding om de rechtsgronden in dat opzicht ambtshalve aan te vullen. Daarvoor zijn met name onvoldoende feiten gesteld of gebleken waaruit de schade voor Wika zou kunnen blijken, omdat in dat geval immers niet kan worden teruggegrepen op het boetebeding uit de arbeidsovereen-komst.
Reeds op grond van het vorenstaande zal daarom de vordering van Wika moeten worden afgewezen.
Wika zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
In reconventie
Blijkens haar eigen stellingen in conventie erkent Wika dat zij aan [gedaagde] nog verschuldigd is €1.190,48 bruto wegens salaris en €695,24 bruto wegens vakantiegeld. Deze onderdelen van de vordering van [gedaagde] zijn daarom reeds tot die bedragen toewijsbaar.
De vordering tot betaling van de vergoeding tot kinderopvang moet worden afgewezen. [gedaagde] heeft immers de stelling van Wika dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 11.3 uit de arbeidsovereenkomst onvoldoende weersproken.
Ook de gevorderde wettelijke verhoging is toewijsbaar nu daartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd en het niet-voldoen van het toegewezen salaris en vakantiegeld, gelet op hetgeen in conventie is overwogen, aan Wika is toe te rekenen.
Wika zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Gelet op de samenhang met de vordering in conventie en het feit dat [gedaagde] zijn vordering deels heeft ingetrokken, zullen de proceskosten in reconventie aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Wika in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op €500,00 aan salaris voor de gemachtigde.
In reconventie:
Veroordeelt Wika om tegen behoorlijk bewijs van kwij-ting aan [gedaagde] te betalen €1.885,72, te vermeerderen met €942,86 aan wettelijke verhoging, in totaal derhalve €2.828,58, het totaal te ver-meerderen met de wette-lijke rente berekend vanaf 1 oktober 2006 tot aan de dag der alge-hele voldoening.
Veroordeelt Wika in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor-raad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.