ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9938

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
350283 VV EXPL 07-124
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gemeubileerde kamer wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 13 juli 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, hierna te noemen [eiser], heeft de huurder, hierna te noemen [gedaagde], gedagvaard met het verzoek om ontruiming van de door [gedaagde] gehuurde gemeubileerde kamer. De verhuurder heeft zich genoodzaakt gezien deze stap te ondernemen vanwege herhaaldelijke klachten van andere huurders over de overlast die [gedaagde] veroorzaakte door het gebruik van alcohol en verdovende middelen. Ondanks dat [gedaagde] aanvullende voorwaarden had ondertekend om zijn gedrag te verbeteren, bleef hij zich niet aan deze voorwaarden houden.

De kantonrechter heeft ter zitting geconstateerd dat [gedaagde] onder invloed van alcohol was en zich luidruchtig gedroeg. De rechter heeft vastgesteld dat de overlast door [gedaagde] zo ernstig was dat de belangen van de andere huurders voorop moesten staan. De rechter oordeelde dat er voldoende grond was om te veronderstellen dat in een eventuele bodemprocedure de huurovereenkomst zou worden ontbonden, en heeft daarom de ontruiming van de kamer bevolen.

De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde], die in het ongelijk is gesteld. De rechter heeft bepaald dat [gedaagde] binnen twee dagen na betekening van het vonnis de kamer moet ontruimen en de sleutels moet overhandigen aan [eiser]. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiser] het vonnis direct kan laten uitvoeren, indien [gedaagde] niet aan de ontruimingsverplichting voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 350283/VV EXPL 07-124
datum uitspraak: 13 juli 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. A. Govers-Schotten
tegen
P. [gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
verschenen in persoon
De procedure
[eiser] heeft [gedaagde] op 26 juni 2007 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juli 2007, waarbij de gemachtigde van [eiser] zich heeft bediend van pleitnotities. [eiser] heeft producties in het geding gebracht.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [eiser] is eigenaar en beheerder van het pand aan de [adres] te [woonplaats].
b. Met ingang van 9 februari 2007 heeft [eiser] in dat pand woonruimte, te weten: een gemeubileerde kamer, verhuurd aan [gedaagde] tegen de prijs van €400,00 per maand.
c. Andere huurders van [eiser] in dat pand hebben diverse malen bij [eiser] geklaagd over het gedrag van [gedaagde] waar zij zodanige last van ondervinden dat de situatie onhoudbaar is gewoorden.
d. Inmiddels heeft één huurster ten gevolge van de door [gedaagde] veroorzaakte overlast besloten tijdelijk, totdat [gedaagde] zal zijn vertrokken, elders haar intrek te nemen.
e. Het bemiddelingsbureau dat voor [eiser] bemiddelt bij de verhuur van de kamers in het pand heeft aangegeven niet meer voor [eiser] te willen bemiddelen in verband met de door [gedaagde] veroorzaakte overlast. Momenteel staan twee kamers leeg.
De vordering
[eiser] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de door hem gehuurde kamer in het pand aan de [adres] te [woonplaats].
[eiser] stelt daartoe het volgende.
Al vanaf het begin van de huurovereenkomst komt [gedaagde] zijn verplichtingen niet na. [eiser] wordt al vanaf het begin geconfronteerd met klachten die een structureel karakter hebben.
[gedaagde] laat zich er niets aan gelegen liggen en de klachten duren onverminderd voort.
[gedaagde] veroorzaakt in het bijzonder in de avond- en nachtelijke uren zeer ernstige geluidsoverlast, die is te wijten aan gebruik van alcohol en verdovende middelen.
Op 4 juni 2007 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen partijen in aanwezigheid van een medewerker van de politie regio Nieuw-Vennep. [gedaagde] heeft toen aanvullende voorwaarden bij de huurovereenkomst ondertekend, waarin onder meer is opgenomen dat hij geen overlast mag veroorzaken. Ook aan deze voorwaarden houdt [gedaagde] zich niet.
[gedaagde] zorgt niet alleen voor onrust in de buurt, maar intimideert en bedreigt medebewoners.
Voor [eiser] is thans de maat vol. Er rest hem geen andere mogelijkheid dan ontruiming van de woonruimte door [gedaagde] te vorderen.
Het verweer
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
Vooropgesteld wordt dat een voorlopige voorziening zoals gevraagd alleen kan worden toegewezen als in dit geding aan de hand van de thans bekende feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een eventueel tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiser] tot een toewijzing daarvan zal leiden. De kantonrechter is voorshands, op grond van de thans voorliggende gegevens, van oordeel dat dit wel het geval is.
Ter staving van haar stellingen heeft [eiser] verklaringen van andere huurders overgelegd, alsmede van een buurtbewoner. Uit die verklaringen blijkt glashelder waaruit de overlast bestaat die [gedaagde] veroorzaakt. Ter zitting heeft [gedaagde] daar onvoldoende tegen ingebracht. Hij heeft uitvoerig het woord gevoerd maar was niet in staat de aantijgingen te ontkrachten. Hij kon slechts met een onsamenhangend verhaal zijn ongenoegen uiten over de wijze waarop hij zegt door de anderen te worden behandeld.
De kantonrechter heeft ter zitting zelf kunnen waarnemen dat [gedaagde] alcohol had gebruikt en zeer beweeglijk, druk en luidruchtig was. Eén en ander vormde een bevestiging van wat de andere huurders in hun klachten hebben beschreven.
Nu [gedaagde] geen verbetering in zijn gedrag heeft getoond nadat met behulp van de politie nadere voorwaarden waren gesteld, waarmee hij door ondertekening akkoord is gegaan, valt niet te verwachten dat [gedaagde] zijn gedrag nu wel zal aanpassen.
Daarom is nu het moment gekomen waarop de belangen van de andere huurders de doorslag moeten geven.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is derhalve op grond van het vorenstaande aannemelijk te achten dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden.
Vooruitlopende op die ontbinding kan thans de ontruiming zoals gevorderd worden bevolen.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening de gehuurde woonruimte aan het adres [adres] te [woonplaats], met al de zijne en de zijnen, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, onder afgifte van de sleutels en wat verder tot het gehuurde behoort in behoorlijke staat op te leveren en ter algehele vrije beschikking van [eiser] te stellen, met machtiging aan [eiser] om, voor het geval [gedaagde] aan deze veroordeling niet mocht voldoen, die ontruiming zelf te bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm.
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd, en bepaalt dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in art. 9, 1e lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968.
exploot €84,32
vastrecht €106,00
salaris gemachtigde €400,00
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.