ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9939
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding in het kader van een persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 13 juli 2007 uitspraak gedaan over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen verzoeker en verweerster. Verzoeker, die een persoonsgebonden budget ontvangt van de Sociale Verzekeringsbank voor de zorg van zijn gehandicapte zoon, had verweerster in dienst als zorgverlener. De kantonrechter oordeelde dat de bijzondere arbeidsverhouding, die voortvloeit uit de betrokken regelgeving, niet vergelijkbaar is met reguliere arbeidsovereenkomsten zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. Dit leidde tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst in beginsel niet voor een ontbindingsvergoeding in aanmerking komt.
De zaak kwam aan het licht na een reeks van gebeurtenissen waarbij verweerster, na haar zwangerschapsverlof, niet reageerde op oproepen van verzoeker om lichte werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter oordeelde dat de vertrouwensrelatie tussen partijen ernstig was verstoord, wat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. Verzoeker stelde dat de ontbinding noodzakelijk was om de zorg voor zijn zoon adequaat te kunnen blijven waarborgen, en dat een eventuele vergoeding ten laste zou komen van het persoonsgebonden budget, wat de zorg voor zijn zoon zou schaden.
De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 augustus 2007, zonder toekenning van enige vergoeding aan verweerster. De rechter benadrukte dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de bijzondere aard van de arbeidsrelatie en de gevolgen voor het persoonsgebonden budget, zwaar wogen in de beslissing. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.