1. [verweerder], 50 jaar oud, is sinds 1 april 1982 bij KLM in dienst, laatstelijk in de functie van Teamleider Baggage Services tegen een salaris van € 2.087,56 bruto per maand exclusief vakantiegeld ( en overige emolumenten).
2. Bij brief van 26 augustus 2003 heeft KLM bij de ondernemingsraad een adviesaanvraag ingediend met betrekking tot een door haar uit te voeren reorganisatie van de afdeling Bagage (hierna te noemen: de Transitie).
3. De Transitie hield (onder meer) een wijziging van de functie van Teamleider in, met dien verstande dat deze voortaan in piekuren zou dienen mee te werken in de sterkte.
4. De ondernemingsraad heeft zich op 26 november 2003 onvoorwaardelijk akkoord verklaard met de door KLM voorgestelde reorganisatie.
5. [verweerder] is op 16 mei 2004 volledig arbeidsongeschikt geraakt vanwege schouder-, nek- en rugklachten. Ook is bij hem diabetes geconstateerd.
6. In de probleemanalyse van 28 juni 2004 heeft de bedrijfsarts als prognose onder meer het volgende opgemerkt:
“Het onderliggende complex aan medische problemen vormen een blijvende beperking. Hierdoor is client niet in staat tot het uitvoeren van alle meewerktaken. Deze situatie zal zich in relatie tot de huidige arbeidsbelasting niet verbeteren.”
Als einddoel van de re-integratie geeft de bedrijfsarts aan:
“werkhervatting in een andere functie bij de eigen werkgever.”
7. Het eerste plan van aanpak van 6 oktober 2004 vermeldt als einddoel “Werkhervatting in de eigen functie”. Met betrekking tot de fysieke beperkingen van KLM wordt onder andere het volgende opgemerkt:
a) vooral schouder/nek klachten, waardoor fysieke zware meewerk taken [...] niet mogelijk zijn. [...]
b) gezien de chronische aandoeningen heeft het medisch de voorkeur alleen late diensten te werken. [...]
Peter ziet zelf tijdens dit gesprek het er niet van komen dat hij op termijn in staat zal zijn weer volledig hersteld in de functie van Teamleider, aan het werk te gaan. Dit is geen onwil, maar hij kiest voor zijn gezondheid.”
8. Op 10 december 2004 is met [verweerder] gesproken over het opstarten van een re-integratietraject. In de bevestigingsbrief van 5 januari 2005 heeft KLM onder meer het volgende opgemerkt:
“Wij hebben aangegeven dat wij voornemens zijn [...] u te bemiddelen naar een andere, passende functie. [...] U heeft tijdens het gesprek reeds aangegeven op dit moment nog niet achter een bemiddelingstraject te staan.”
9. Op 20 april 2005 heeft in het kader van het re-integratietraject een eerste gesprek plaatsgevonden tussen KLM en de begeleidster van [verweerder], [XXX], jobmanager FlexJobs. Daarbij hebben partijen afgesproken dat [verweerder], in afwijking van de normale gang van zaken, niet in een zogenoemde BIM-functie (een tijdelijke werkplek zonder uitzicht op een vaste aanstelling), geplaatst zou worden, maar als assistent teamleider zou worden ingezet op de Crew Rijderij.
10. Bij e-mail van 6 juni 2005 heeft KLM de bedrijfsarts J.E. Jurgens (hierna: Jurgens) verzocht zijn beperking ten aanzien van het lopen van late diensten per 1 juli 2005 in te trekken .
11. Op 20 juni 2005 heeft Jurgens daarop onder meer het volgende geantwoord:
“Gezien het feit dat uw suikergehalte nu op stabiel niveau is is dat het proberen waard om de onregelmatige diensten erbij te betrekken.. Echter, het blijft afwachten of dat een blijvend resultaat zal zijn.”
12. Tijdens een gesprek op 22 juni 2005 heeft [verweerder] aangegeven zijn aandacht te willen blijven richten op een definitieve plaatsing binnen Baggage Services en meer specifiek op de vacature Baggage Flow Manager. Bij brief van 22 juni 2005 heeft [YYY] (hierna: [YYY]), Duty Baggage Manager en direct leidinggevende van [verweerder], daaromtrent het volgende opgemerkt:
“Door deze keuze sluit u bewust een flink aantal kansen op een passende functie buiten BS uit waarmee u uw kansen op een geslaagd reïntegratietraject flink afnemen. [...] Wij hebben u daarom voor de keuze gesteld. Of u wacht de uitkomst van de selectie rondom de vacature BFC'er af en in de tussentijd schorten wij uw bemiddelingstraject op. Of u gaat alsnog volledig meewerken aan uw bemiddeling [...] U heeft aangegeven voor de eerste optie te kiezen. [...] Dit heeft wel tot gevolg dat de totale bemiddelingstermijn niet zal worden verlengd.”
13. In augustus 2005 is [verweerder] afgewezen voor de functie van Baggage Flow Manager.
14. [verweerder] heeft van maart tot september 2005 werkzaamheden uitgevoerd als assistent teamleider op de Crew Rijderij (crew bagage afhandeling). Daarna is hij vanaf 19 september 2005 tot 5 oktober 2005 volledig arbeidsongeschikt geweest.
15. Op 10 oktober 2005 is [verweerder] voor een periode van drie maanden te werk gesteld op de afdeling Aqua Services. Hij heeft na een week zijn werkzaamheden bij Aqua Services gestaakt.
16. [verweerder] is vanaf 18 oktober 2005 voor een periode van drie maanden werkzaam geweest als medewerker Regie en Observatie bij de afdeling Flex-Dienstverlening.
17. Op 22 december 2005 heeft [YYY] [verweerder] op diens verzoek bij [ZZZ] (hierna: [ZZZ]), Director Baggage Services, voorgedragen voor de functie van Regisseur Rederij.
18. Op 28 januari 2006 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en [YYY]. Bij brief van 1 februari 2006 heeft [YYY] onder meer het volgende aan [verweerder] medegedeeld:
“Ik heb u verteld niet tevreden te zijn over de inspanning die u levert t.a.v. uw reïntegratie. [...] Ik stop met uw voordracht als kandidaat voor de functie regisseur rederij. [...] Ik ben van mening dat u, door uw negatieve houding en onvoldoende inzet geen geschikte kandidaat voor deze functie.”
19. Op 2 februari 2006 heeft [AAA] (hierna: [AAA]), Personeelsmanager Baggage Services, met [verweerder] een gesprek gevoerd over de voortgang van het re-integratietraject. Bij brief van 13 februari 2006 [AAA] hierover onder meer het volgende opgemerkt:
“Ik heb het gesprek gebruikt om mijn zorg te uiten over de voortgang van uw arbeidsbemiddelingstraject. [...] Er zijn nu een aantal vacatures beschikbaar bij de afdeling Engineering & Maintenance. Wanneer u daarvoor in aanmerking wilt komen, moet u actie ondernemen én niet alleen blijven vasthouden aan een herplaatsing binnen de afdeling Baggage Services. [...]
Om u te ondersteunen [uit deze vicieuze cirkel te komen [...] heb ik u aangeboden te gaan praten met een psycholoog (vergoed door KLM). Inmiddels heeft u mij, tot mijn spijt, laten weten hier geen gebruik van te willen maken.”
20. Bij brief van 16 februari 2006 heeft [verweerder] zijn functie van Teamleider terug geclaimd. Hij heeft zijn claim als volgt onderbouwd:
“Ik heb echter geconstateerd dat de [...] aangekondigde wijziging in de functieomschrijving van de TL mbt het actief meewerken niet is gebeurd en dat de huidige functieomschrijving nog immer dezelfde is [...] Ik wil dan ook de functie van TL direct terugclaimen, omdat eerder genoemde bezwaren over mijn te verwachten belastende fysieke werkzaamheden niet van toepassing zijn.”
21. Op 6 maart 2006 heeft naar aanleiding van voornoemde brief een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en [ZZZ]. Bij brief van 7 maart 2006 heeft [ZZZ] onder meer het volgende aan [verweerder] medegedeeld:
“U weigert zich los te maken van de afdeling baggage services. [...] Daarbij heeft de afdeling BS alleen maar fysiek zware functies. De 2 functies die [...] minder belastend zijn, zijn die van regisseur rijderij en baggage flow controller. Hier zijn echter momenteel geen vacatures beschikbaar. [...] Op dit moment is er een vacature beschikbaar als medewerker Parts Service Repair [...] bij de afdeling Engine Services [...] Als blijkt dat u zich niet maximaal inspant om deze baan te bemachtigen, zullen wij [...] overgaan tot ontbinding van uw arbeidsovereenkomst.”
22. Na een sollicitatiegesprek op 13 maart 2006 bij de afdeling Engine Services, heeft [verweerder] bij e-mail van 14 maart 2006 aan [XXX] laten weten de functie van medewerker Parts Service Repair niet te accepteren, omdat hij deze functie niet passend vond.
23. Tijdens een gesprek op 28 maart 2006 heeft KLM [verweerder] een bemiddelingstraject van vier maanden, gericht op herplaatsing buiten KLM, aangeboden.
24. Op 18 april 2006 laat [verweerder] aan [ZZZ] weten in aanmerking te willen komen voor de functie van Teamcoördinator bij de afdeling Baggage Services. [ZZZ] heeft [verweerder] bij brief van 21 april 2006 medegedeeld dat [verweerder] reeds niet voor deze functie in aanmerking komt, omdat hij niet inzetbaar is op onregelmatige diensten.
25. In antwoord op een e-mail van [verweerder] van 28 april 2006 heeft [ZZZ] op 11 mei 2006 onder meer het volgende aan [verweerder] bericht:
“U stelt in uw bericht dat uw huisarts en de bedrijfsarts, de heer E. Jurgens, er geen bezwaar in zouden zien als u zou werken in onregelmatige diensten [...]
Uw bewering is niet juist. De heer Jurgens heeft mij verklaard dat op 16 mei 2004 duidelijk is geworden dat u niet inzetbaar bent in (functies met) onregelmatige diensten en dat daarin tot op heden geen verandering zou zijn opgetreden.”
26. Vanaf 28 april 2006 heeft KLM [verweerder] vrijgesteld van werkzaamheden met doorbetaling van salaris.
27. [verweerder] heeft op 4 mei 2006 bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd.
28. Op 11 mei 2006 is een externe bemiddelingstraject van start gegaan, waarbij [verweerder] gedurende vier maanden begeleid zou worden door het externe bemidddelingsbureau Serin.
29. Op 12 mei 2006 heeft de arbeidsdeskundige van het UWV geconcludeerd dat “het traject tot herplaatsing op de oude afdeling te snel is afgesloten, zonder te testen of aangepast eigen- of ander werk binnen de afdeling tot de haalbare mogelijkheden behoort.”
30. Op 12 juli 2006 heeft bedrijfsarts Jurgens een Functionele Mogelijkheden Lijst (hierna: FML) opgesteld met betrekking tot de resterende belastbaarheid van [verweerder]. Uit de FML blijkt onder andere dat [verweerder] fysiek niet in staat wordt geacht om langdurig (ongeveer 10 keer per minuut) frequent licht te tillen of dragen en om langdurig (ongeveer 1 keer per minuut) frequent zwaar te tillen of dragen. Ter toelichting heeft Jurgens het volgende opgemerkt:
“Dhr [verweerder] mag gewichten tillen en/of dragen (<23 kg). Echter, het frequent uitvoeren van deze tilhandelingen zal tot klachten leiden. Dat dient voorkomen te worden. Overigens is dat een blijvende beperking!”
31. Bij brief van 13 september 2006 heeft [ZZZ] [verweerder] aangeboden het externe bemiddelingstraject met twee maanden te verlengen.
32. Het externe bemiddelingstraject is op 10 december 2006 afgesloten.
33. Op 10 mei 2007 heeft [verweerder] KLM in kort geding gedagvaard en wedertewerkstelling gevorderd in (primair) zijn functie van Teamleider dan wel (subsidiair) een passende functie op de afdeling Baggage Services. Dan wel (meer subsidiair) een passende functie binnen KLM.
34. Bij vonnis van 13 juni 2007 heeft de kantonrechter de primaire vordering van [verweerder] toegewezen. Onder punt 9 van het vonnis overweegt de kantonrechter als volgt:
“Geoordeeld wordt dat weliswaar is gebleken dat [verweerder] niet in staat is de fysiek zware werkzaamheden als “meewerkend voorman” te verrichten, doch evenzeer dat deze werkzaamheden volgens de functieomschrijving geen deel uitmaken van de functie. Als goed werkgever kan KLM daarom van [verweerder] niet verlangen dat hij deze werkzaamheden gaat verrichten, temeer nu niet is gebleken dat KLM met [verweerder] [...] overleg heeft gevoerd over de functiewijziging, terwijl KLM desgevraagd heeft medegedeeld dat zij de Ondernemingsraad niet om advies heeft gevraagd [...].”
35. Voorts heeft de kantonrechter onder punt 11 van het vonnis overwogen dat herplaatsing in een andere functie dan die van teamleider eerst dan aan de orde kan komen, nadat KLM [verweerder] in de gelegenheid zal hebben gesteld om gedurende een periode van tenminste zes maanden zijn functie van teamleider uit te oefenen en na die periode blijkt dat KLM duurzaam niet in staat is om wisseldiensten te draaien.
36. Op 21 juni 2007 en 2 juli 2007 hebben naar aanleiding van het vonnis van de kantonrechter gesprekken tussen KLM en [verweerder] plaatsgevonden. Bij het laatste gesprek heeft [ZZZ] [verweerder] opgedragen zich de volgende dag om 6.00 uur te melden bij de teamleider van de Oosthal.
37. [verweerder] heeft zich de avond van 2 juli 2007 om 22.00 uur ziek gemeld.