ECLI:NL:RBHAA:2007:BB3696

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
14 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700116-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling voor diefstal in vereniging met minder grote rol van verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 juni 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met twee anderen betrokken was bij de diefstal van een auto. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar veroordeelde hem wel voor diefstal in vereniging. De verdachte had zich beperkt tot het vervoer naar en van de plek waar de auto was weggenomen en was ten tijde van de diefstal in zijn eigen auto blijven zitten. De rechtbank overwoog dat de rol van de verdachte minder groot was dan die van zijn mededaders. De rechtbank nam ook in overweging dat de verdachte niet eerder was veroordeeld, wat in zijn voordeel werkte. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en werd de verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld. Daarnaast werd een in beslag genomen pistool onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van dit voorwerp in strijd was met de wet en het algemeen belang. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ernstiger ten laste gelegde feiten, waardoor hij daarvan werd vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/700116-07
Uitspraakdatum: 14 juni 2007
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 mei 2007 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in Jeugdhuis van Bewaring De Sprang, ‘s-Gravenhage.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven in dier voege dat
1. PRIMAIR:
hij op of omstreeks 14 februari 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet, de woning van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] is binnengedrongen en/of de tussendeur naar de woonkamer heeft proberen te openen en/of, op het moment dat die tussendeur was gesloten (en die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] zich in de woonkamer bevonden), door/op die tussendeur (heen) heeft geschoten en/of vervolgens de tussendeur heeft ingetrapt en/of vervolgens de woonkamer is binnengegaan met een pistool in zijn hand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
SUBSIDIAIR:
[mededader] op of omstreeks 14 februari 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door die [mededader] voorgenomen misdrijf om opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet (en na kalm beraad en rustig overleg) de woning van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] is binnengedrongen en/of de tussendeur naar de woonkamer heeft proberen te openen en/of, op het moment dat die tussendeur was gesloten (en die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
zich in de woonkamer bevonden), door/op die tussendoor heeft geschoten en/of vervolgens de tussendeur heeft ingetrapt en/of vervolgens de woonkamer is binnengegaan met een pistool in zijn hand, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot het plegen van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen hebben verschaft door die [mededader] naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] te vervoeren en/of de vlucht mogelijk te maken door die [mededader] vervolgens van die woning weg te vervoeren en/of een vuurwapen te verschaffen;
2. PRIMAIR:
hij in of omstreeks de periode van 08 februari 2007 tot en met 14 februari 2007 te Hoorn en/of te Stedebrouck-Bovenkarspel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging hetgeen het misdrijf van artikel 312 lid 1 en lid 2 onder 2 van het Wetboek van Strafrecht en/of afpersing in vereniging hetgeen het misdrijf van artikel 317 lid 1 en lid 3 van het Wetboek van Strafrecht oplevert, opzettelijk een auto, te weten een blauwe Suzuki Alto, kennelijk bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
SUBSIDIAIR:
hij op of omstreeks 08 februari 2007 te Hoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (van het merk Suzuki), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak of verbreking.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe dat er in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om betrokkenheid van verdachte bij feit 1 primair en subsidiair te kunnen bewijzen. Ook voor betrokkenheid van verdachte bij voorbereidingshandelingen voor een overval, zoals onder 2 primair tenlastegelegd, is geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig.
3.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan in dier voege dat
2. SUBSIDIAIR:
hij op 8 februari 2007 te Hoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto van het merk Suzuki, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
2 subsidiair: diefstal in vereniging waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van de sanctie en van overige beslissingen
6.1 Hoofdstraf
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 1 primair en subsidiair en van feit 2 primair. Daarnaast heeft zij gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 2 subsidiair en oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek. Ook heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht om de voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang op te heffen.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan diefstal van een auto, namelijk een blauwe Suzuki. Deze auto is met een schroevendraaier opengemaakt en vervolgens geparkeerd op een rustige plek zodat de auto op een later tijdstip meegenomen zou kunnen worden.
Diefstal van een auto is een hinderlijk feit, waardoor de eigenaar in hoge mate wordt gedupeerd.
De rechtbank neemt in aanmerking dat de rol van verdachte bij de diefstal minder groot is geweest dan die van zijn mededaders, omdat hij zich heeft beperkt tot het vervoer naar en van de plek waar de Suzuki is weggenomen en hij ten tijde van het wegnemen van de auto in zijn eigen auto is blijven zitten. Daarnaast heeft de rechtbank het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld in positieve zin laten meewegen.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
6.2 Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen voorwerp, te weten een pistool, dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit goed behoort een medeverdachte van verdachte toe.
Het ongecontroleerde bezit van voormeld, inbeslaggenomen voorwerp is in strijd met de wet en het algemeen belang.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 36b, 36d, 310, 311.
8. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de hem onder 1 primair en subsidiair en 2 primair tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis en beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
– 1.00 stk pistool kl: zwart, Beretta 92F, 9 mm serienummer weggeslagen
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. De Vries, voorzitter,
mrs. Milius en Van Santen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Alexander,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juni 2007.