ECLI:NL:RBHAA:2007:BB3888
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Aardenburg
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de tenuitvoerlegging van een vervangende hechtenis na niet-nakoming van een taakstraf
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Haarlem op 22 februari 2007 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van een vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 240 uur opgelegd gekregen, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming 120 dagen hechtenis zou worden opgelegd. De reclassering had gerapporteerd dat de veroordeelde niet aan de voorwaarden had voldaan en dat de werkstraf niet naar behoren was verricht. De officier van justitie stelde voor om de veroordeelde nog een kans te geven om het resterende deel van de taakstraf (190 uren) binnen vier maanden te voltooien. De politierechter was het eens met de noodzaak van een laatste kans, maar vond de voorgestelde termijn van vier maanden te kort gezien het aantal uren dat nog moest worden verricht. Daarom werd de termijn verlengd naar zes maanden.
De politierechter heeft het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis opgeschort tot 22 augustus 2007, met de mogelijkheid voor de veroordeelde om de taakstraf voor die datum af te ronden. Indien de taakstraf niet op tijd is afgerond, zou het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis weer in volle kracht treden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de veroordeelde om de opgelegde taakstraf na te komen en de rol van de reclassering in het proces. De beslissing om het bezwaarschrift gegrond te verklaren, toont aan dat de rechter rekening houdt met de omstandigheden van de veroordeelde en de inspanningen van de reclassering.