ECLI:NL:RBHAA:2007:BB5158
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Aardenburg
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring klaagschrift inzake invordering rijbewijs na verdenking van niet-medewerking aan ademanalyse
Op 4 oktober 2007 heeft de enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak betreffende de invordering van het rijbewijs van klaagster. Klaagster had op 3 augustus 2007 een klaagschrift ingediend tegen de invordering door de politie en het onder zich houden van haar rijbewijs door de officier van justitie. De aanleiding voor de invordering was de verdenking dat klaagster op 28 mei 2007 in Heemstede niet (volledig) had meegewerkt aan een ademanalyse, zoals voorgeschreven in artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 20 september 2007 was klaagster zelf aanwezig, evenals de officier van justitie, mr. Hendriks. De rechtbank heeft vastgesteld dat de invordering van het rijbewijs heeft plaatsgevonden met inachtneming van de wettelijke voorschriften. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die klaagster naar voren had gebracht, niet voldoende zwaarwegend waren om tot teruggave van het rijbewijs te besluiten. De rechtbank heeft daarom het klaagschrift ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. Aardenburg, in tegenwoordigheid van griffier mr. Ten Bos, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.