ECLI:NL:RBHAA:2007:BB5163
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Aardenburg, rechter
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring klaagschrift inzake invordering rijbewijs na rijden onder invloed
Op 4 oktober 2007 heeft de enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak betreffende de invordering van het rijbewijs van klager. Klager, geboren in 1961, had op 26 juli 2007 in Beverwijk als bestuurder van een voertuig gereden met een ademalcoholgehalte van 735 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Dit leidde tot de verdenking van rijden onder invloed. Klager diende op 7 augustus 2007 een klaagschrift in tegen de invordering van zijn rijbewijs, dat op 20 september 2007 in raadkamer werd behandeld. Klager verscheen persoonlijk, bijgestaan door de officier van justitie, mr. Hendriks.
De rechtbank oordeelde dat de invordering van het rijbewijs rechtmatig was, aangezien klager eerder, op 4 mei 2004, een transactie had getroffen om vervolging voor een soortgelijk feit te voorkomen. De rechtbank weegt de recidive zwaar en concludeert dat de omstandigheden die klager naar voren heeft gebracht, niet voldoende zijn om tot teruggave van het rijbewijs te besluiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie in redelijkheid tot de inhouding van het rijbewijs heeft kunnen besluiten, gezien de ernst van de verdenking en de eerdere overtredingen van klager.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het klaagschrift ongegrond, wat betekent dat de invordering van het rijbewijs door de politie en het onder zich houden door de officier van justitie wordt gehandhaafd. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Aardenburg, rechter, in aanwezigheid van mr. Ten Bos, griffier.