ECLI:NL:RBHAA:2007:BB5615
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van vergoeding na intrekking opdracht tot levering kunststof kozijnen
In deze zaak vordert de eiser, de vennootschap onder firma [HHH] & Partners, betaling van een vergoeding van € 2.762,32 van de gedaagde, die een opdracht tot levering van kunststof kozijnen heeft ingetrokken. De vergoeding betreft de afsluitkosten van een hypothecaire lening die eiser had aangevraagd ter financiering van de kozijnen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de situatie zich leent voor de toepassing van de Colportagewet, aangezien de hypothecaire financiering als een geldkrediet wordt aangemerkt. De kantonrechter oordeelt dat de handelwijze van de vertegenwoordiger van eiser, [XXX], als colportage moet worden gekwalificeerd, wat in strijd is met de Colportagewet. Dit leidt tot de conclusie dat de overeenkomst nietig is, zoals bepaald in artikel 23 van de Colportagewet. De kantonrechter wijst de vordering van eiser af, omdat het verweer van gedaagde, dat de overeenkomst in strijd is met de wet en vernietigbaar is, wordt gehonoreerd. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 525,-. De uitspraak is gedaan op 11 oktober 2007 door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.