4. Sedert de aanvang van de huurovereenkomst heeft Woonmaatschappij klachten ontvangen van omwonenden van [gedaagde] omtrent ernstige overlast veroorzaakt door [gedaagde]. De overlast bestaat onder meer uit:
- tot diep in de nacht produceren van een overmaat aan lawaai, zoals schreeuwen en gillen, het afspelen van luide muziek, het heel hard dichtslaan van deuren en heel hard praten, het driftig heen en weer stampen in de woning;
- tot diep in de nacht via het bellenbord aanbellen bij bewoners om toegang te krijgen tot het gebouw;
- het in het gebouw toelaten van ‘ongure types’ die op de bewoners als zeer bedreigend overkomen en roken in de lift;
- het ’s nachts een stoel vanaf het balkon naar beneden gooien.
5. De door [gedaagde] veroorzaakte overlast is (mede) het gevolg van het gebruik van alcohol en/of drugs.
6. Bij brief van 19 oktober 2005 heeft Woonmaatschappij [gedaagde] gesommeerd de overlast per direct te staken en gewaarschuwd voor juridische stappen indien [gedaagde] hieraan geen gevolg zou geven.
7. Bij brief van 14 februari 2006 heeft Woonmaatschappij [gedaagde] wederom gesommeerd de door haar veroorzaakte overlast te staken en gelast de huurovereenkomst op te zeggen.
8. Op 23 februari 2006 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Woonmaatschappij en [gedaagde], in aanwezigheid van de vader van [gedaagde] en haar begeleider bij de Brijderstichting. Bij brief van dezelfde datum heeft Woonmaatschappij [gedaagde] onder meer het volgende medegedeeld:
“Om overlastklachten van medebewoners te voorkomen zult u in het vervolg alleen nog maar familieleden ontvangen die het beste met u voor hebben. […] personen die misbruik kunnen maken van uw gastvrijheid, zult u in geen geval toelaten […] Om deze reden gunnen wij u uw allerlaatste kans.”
9. Bij brief van 24 oktober 2006 heeft Woonmaatschappij onder meer het volgende aan [gedaagde] medegedeeld:
“Tot onze spijt ontvingen wij het bericht dat afgelopen zaterdagmorgen 21 oktober 2006 om 8.25 uur er door uw voordeur is geschoten. […] Wij constateren dat u zich de afgelopen tijd niet aan de afspraken hebt weten te houden. […] De maat is nu vol […] Wij verzoeken u om per onmiddellijk de huur op te zeggen […] Mocht u dit nalaten dan starten wij op 31 oktober 2006 een juridische procedure […]”
10. Bij brief van 10 juli 2007 heeft Woonmaatschappij [gedaagde] gesommeerd tot opzegging van de huurovereenkomst, onder aanzegging van rechtsmaatregelen. Zij heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“Omwonenden klagen over uw geschreeuw en gescheld onder andere op 24 juni jl. U geeft mannen toegang tot de flat via de intercom. […] Bewoners voelen zich onveilig […]
Woonmaatschappij is van mening dat u genoeg krediet heeft gehad […]”