ECLI:NL:RBHAA:2007:BB9183
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G. Kok
- Rechtspraak.nl
Beoordeling verzoek voorlopige voorzieningen na ontbinding geregistreerd partnerschap
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 29 november 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen van een vrouw in het kader van de ontbinding van haar geregistreerd partnerschap. De vrouw verzocht de rechtbank om te bepalen dat de man met ingang van 1 mei 2007 een bijdrage in haar levensonderhoud van € 700,-- per maand zou betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ontbinding van het geregistreerd partnerschap op 1 mei 2007 was uitgesproken en op 7 juni 2007 was ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank oordeelde dat de vrouw geen (incidenteel) appel had ingesteld tegen de eerdere beslissing tot tijdelijke nihilstelling van haar levensonderhoud, waardoor deze beslissing in kracht van gewijsde was gegaan. Dit betekende dat de vrouw niet ontvankelijk was in haar verzoek om (opnieuw) voorlopige voorzieningen, omdat de termijn voor het indienen van een dergelijk verzoek was verstreken. De rechtbank heeft ook overwogen dat, indien het verzoek van de vrouw als een wijziging van de eerder gegeven voorlopige voorziening zou zijn bedoeld, dit ook niet ontvankelijk zou zijn. De man had verzocht om de vrouw te veroordelen in de kosten van de procedure, maar de rechtbank heeft besloten dat de proceskosten tussen partijen gecompenseerd worden, zodat ieder de eigen kosten draagt. De rechtbank verklaarde de vrouw niet ontvankelijk in haar verzoek en wees het anders of meer verzochte af.