ECLI:NL:RBHAA:2007:BC0184

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
138525/2007-2940
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.A. Otter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van vaderschap na overlijden van de biologische vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 11 december 2007 uitspraak gedaan over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van een minderjarig kind. De vrouw, die een affectieve relatie had met de overleden man, heeft verzocht om vaststelling van het vaderschap van hun kind, geboren op [datum] 2005. De man is op [datum] 2005 overleden, en de vrouw heeft haar verzoek gebaseerd op DNA-onderzoek dat bevestigt dat de man met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de biologische vader is van het kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw en de man een vaste relatie hadden en dat de vrouw zwanger werd van het kind, maar dat de man overleed voordat zij hun samenlevingscontract konden ondertekenen.

De rechtbank heeft ook de verklaringen van de belanghebbenden, de heer [naam belanghebbende 1] en mevrouw [naam belanghebbende 2], in overweging genomen. Deze belanghebbenden hebben schriftelijk verklaard in te stemmen met het verzoek van de vrouw. Aangezien er geen verweer is gevoerd tegen het verzoek en de rechtbank het verzoek niet onrechtmatig of ongegrond acht, heeft de rechtbank besloten het verzoek van de vrouw toe te wijzen. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. R.A. Otter, die tevens kinderrechter is, en is in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Familie- en Jeugdrecht
gerechtelijke vaststelling vaderschap
zaak-/rekestnr.: 138525/2007-2940
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken d.d. 11 december 2007
op het verzoek van:
[naam vrouw]
wonende te [woonplaats]
hierna mede te noemen: de vrouw,
procureur: mr. A.M. Wolf,
strekkende tot het gerechtelijk vaststellen van het vaderschap van:
[naam man]
overleden op [datum] 2005,
hierna mede te noemen: de man.
1 Verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- het op 31 augustus 2007 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift met bijlagen van de vrouw;
- de op 30 november 2007 ontvangen verklaringen van de heer [naam belanghebbende 1] en mevrouw [naam belanghebbende 2], belanghebbenden, strekkende tot instemming met het verzoek.
2 De vaststaande feiten
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken:
2.1 Partijen hebben een affectieve relatie gehad, uit welke relatie op [datum] 2005 in de gemeente [plaats] is geboren het thans nog minderjarige kind [naam kind]. .
2.2 De man is op [datum] 2005 te [plaats] overleden. Als erfgenamen worden de heer [naam belanghebbende 1] en mevrouw [naam belanghebbende 2] als belanghebbenden aangemerkt.
2.3 Uit DNA onderzoek blijkt dat de man met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de biologische vader is van het kind [naam kind].
3 Het verzoek en de grondslag daarvan
3.1 Het verzoek van de vrouw strekt tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de minderjarige voornoemd.
3.2 De vrouw heeft haar verzoek gebaseerd op de stelling dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Zij voert daartoe aan dat zij vanaf halverwege 2003 een vaste relatie heeft gehad met de man en dat zij vanaf december 2003 met de man heeft samengewoond. Begin april 2005 is de vrouw zwanger geworden van een door de man verwekt kind. De vrouw en de man waren voornemens om een samenlevingscontract te laten opstellen en regelingen te treffen met betrekking tot het op dat moment nog ongeboren kind. Helaas is de man toen de moeder twee à drie weken zwanger was bij een motorongeval om het leven gekomen, alvorens partijen de concept aktes die al klaar lagen bij de notaris konden tekenen. Uit DNA-onderzoek (post-mortaal) blijkt eveneens dat de man naar aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de biologische vader is van het kind.
4 Het verweer
De heer [naam belanghebbende 1] en mevrouw [naam belanghebbende 2], vader en zuster van de man, zijn door de rechtbank als belanghebbenden aangemerkt. Zij hebben schriftelijk verklaard te kunnen instemmen met het verzoek.
5 Beoordeling van het verzoek.
5.1 Het verzoek van de vrouw is binnen de termijn genoemd in artikel 1:207 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek ingediend.
5.2 Nu tegen het verzoek van de vrouw geen verweer is gevoerd en dit de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, kan het verzoek als hierna te melden worden toegewezen.
6 Beslissing:
De rechtbank:
6.1 Stelt vast het vaderschap van [naam man], geboren op [datum] te Amsterdam, over de minderjarige :
- [naam kind] , geboren op [datum] 2005 te [plaats].
6.2 Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Otter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 11 december 2007, in tegenwoordigheid van E. Dijkstra als griffier.