ECLI:NL:RBHAA:2007:BC1288
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huur bedrijfsruimte: rechtsgeldigheid van opzegging huurovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een geschil tussen GSH NETHERLANDS B.V. en BLAUWE ROTSLIJSTER B.V. over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een huurovereenkomst voor een kantoorruimte. De huurovereenkomst, die op 2 september 1999 is aangegaan, had een looptijd van vijf jaar en kon worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. GSH heeft de huurovereenkomst opgezegd per 30 juni 2007, maar de gedaagde partij, Blauwe Rotslijster, betwist de rechtsgeldigheid van deze opzegging.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging in strijd was met de bepalingen van het huurcontract. Artikel 3.3 van de huurovereenkomst vereist dat de opzegging moet plaatsvinden tegen het einde van een huurperiode, en de opzegging van GSH voldeed hier niet aan. GSH stelde dat de opzegging rechtsgeldig was en dat de huur zou eindigen op 31 december 2007, maar de rechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was en dat de huur doorliep tot 1 juli 2012.
De rechter heeft ook het beroep van GSH op artikel 3:42 BW verworpen, omdat de opzegging geen nietige rechtshandeling was, maar in strijd met de contractuele bepalingen. De kantonrechter concludeerde dat GSH gebonden was aan de huur voor een nieuwe periode van vijf jaar, die eindigde op 1 juli 2012. De vordering van GSH werd afgewezen en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Blauwe Rotslijster.