ECLI:NL:RBHAA:2007:BC3380
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- G. Guinau
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang in bestuursrechtelijke boetezaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 november 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van de Stichting Poolse Werkers Collectief in liquidatie. De stichting had bezwaar gemaakt tegen een bestuurlijke boete van € 24.000,-- die was opgelegd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De boete was opgelegd na een controle door de Arbeidsinspectie, waarbij was vastgesteld dat drie illegaal tewerkgestelde vreemdelingen werkzaam waren bij Gasa Holland B.V. De stichting verzocht de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten, omdat zij in liquidatie verkeert en niet in staat is de boete te betalen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzoek om voorlopige voorziening is gebaseerd op een financieel belang. Echter, volgens vaste jurisprudentie vormt een dergelijk belang op zichzelf geen reden om een voorlopige voorziening te treffen, tenzij er sprake is van een financiële noodsituatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de stichting, die in liquidatie verkeert en geen bezittingen meer heeft, niet kan worden beschouwd als zijnde in een zwaarwegende financiële noodsituatie. Daarom ontbrak het verzoek aan het noodzakelijke spoedeisende belang.
Gelet op deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen, griffier.