ECLI:NL:RBHAA:2007:BC4036
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.S. Korteweg-Wiers
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet-ontvankelijk verklaard bezwaar tegen naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 26 november 2007 uitspraak gedaan in een verzet tegen een eerder besluit van de inspecteur van de Belastingdienst. Opposante, een V.O.F., had op 31 augustus 2004 een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen. Tegen deze aanslag heeft opposante op 1 november 2004 bezwaar gemaakt, maar de inspecteur verklaarde dit bezwaar bij besluit van 12 december 2005 niet-ontvankelijk. Opposante heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd ongegrond verklaard wegens het overschrijden van de termijn voor het indienen van bezwaar. Opposante heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij stelde dat de inspecteur ten onrechte had aangenomen dat haar gemachtigde niet meer optrad voor haar.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de inspecteur het primaire besluit niet op de juiste wijze had bekendgemaakt. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur had moeten verifiëren of de gemachtigde nog steeds bevoegd was om namens opposante op te treden, vooral gezien eerdere correspondentie waarin de gemachtigde betrokken was. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur artikel 6:17 van de Algemene wet bestuursrecht had geschonden door het besluit niet naar de gemachtigde te sturen.
De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard, het eerdere besluit van de inspecteur vernietigd en bepaald dat de inspecteur een nieuw besluit op het bezwaar van opposante moet nemen. De uitspraak benadrukt het belang van correcte communicatie en de verplichting van bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met de vertegenwoordiging van belastingplichtigen. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.