ECLI:NL:RBHAA:2007:BD2040

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
15 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/800234-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Van den Boogaard
  • mrs. Koolen-Zwijnenburg
  • Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in cocaïne-invoeraangifte met onduidelijke bagagegeschiedenis

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 15 augustus 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van de opzettelijke invoer van ongeveer 16.036 gram cocaïne op 20 februari 2007 te Schiphol. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank overweegt dat het niet onmogelijk is dat het bagagelabel van de koffer van de verdachte op het vliegveld in Mexico-Stad is afgeschuurd en op een andere koffer is aangebracht. De verdachte heeft van meet af aan verklaard dat de koffer waarin de cocaïne was verstopt, niet van hem was. Bij het inchecken van zijn koffer zou deze 9 kg hebben gewogen, terwijl de koffer met de cocaïne ruim 24 kg woog. De rechtbank oordeelt dat de wisselende en deels ongeloofwaardige verklaringen van de verdachte over zijn verblijf in Rome niet afdoen aan de vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het feit en een gevangenisstraf van 43 maanden, maar de rechtbank oordeelt dat niet is bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank heeft ook beslist over de inbeslaggenomen voorwerpen, waarbij twee rugzakken aan het verkeer worden onttrokken, omdat deze mogelijk in verband staan met het strafbare feit. De rechtbank gelast de teruggave van andere in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800234-07
Uitspraakdatum: 15 augustus 2007
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 1 augustus 2007 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Huis van Bewaring Ter Apel, te Ter Apel.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 20 februari 2007 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer
16036,0 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – zakelijk weergegeven – gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit;
- de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 43 maanden;
- de verbeurdverklaring van de op de beslaglijst voormelde voorwerpen, genummerd 5 en 7 tot en met 16;
- onttrekking aan het verkeer van het op de beslaglijst voormeld voorwerp, genummerd 4.
4. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank houdt het niet voor onmogelijk dat op het vliegveld in Mexico-stad het bagagelabel van de koffer van verdachte af is gescheurd en dat dit bagagelabel op een andere koffer is gedaan.
Voorts houdt de rechtbank het niet voor onmogelijk dat zijn koffer in Mexico is weg gemaakt.
Verdachte heeft van meet af aan gezegd dat de koffer, in welk de rugzakken met cocaïne waren gestopt, niet van hem was. Hij heeft zijn koffer omschreven als een Travelkoffer van een grijzige kleur en van zacht materiaal. De koffer waarin de cocaïne is aangetroffen en waaraan een gescheurd bagagelabel zat, was een bruinkleurige canvas koffer van het merk Delsey. Verdachte heeft zijn koffer in Mexico-stad zelf ingecheckt en als bewijs de claimtag met nummer 0074KL624538 gekregen. Bij het inchecken van zijn koffer zou deze 9 kg hebben gewogen. Het gewicht van 9 kg is terug te vinden op het bagagelabel nummer KL 624538 1 / 9 kg. De koffer waarin de cocaïne was verstopt, woog echter ruim 24 kg.
Dat verdachte wisselende en deels ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd met betrekking tot zijn verblijf in Rome maakt bovenstaand oordeel niet anders.
Dat niet is gebleken dat zijn ongelabelde koffer is achtergebleven, maakt bovenstaand oordeel evenmin anders.
Onttrekking aan het verkeer:
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- twee rugzakken
dienen te worden onttrokken aan het verkeer omdat met deze voorwerpen het strafbare feit is begaan en het ongecontroleerde bezit hiervan, nu de geur van cocaïne er mogelijk (nog) aan zit, in strijd is met het algemeen belang.
5. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.
6. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem tenlastegelegde feit.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Onttrekt aan het verkeer:
- twee rugzakken (nr. 4).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- vier stuks kleding (nr. 5);
- één vliegticket (nr. 7);
- één bagagelabel (nr. 8);
- één claimtag (nr. 9);
- één instapkaart (nr. 10);
- twee instapkaarten (nr. 11);
- twee stuks coupon (nr. 12);
- twee visitekaarten (nr. 13);
- één slot (van de koffer) (nr. 14);
- diverse coupures Nederlands geld, ter waarde van € 1275,00 (nr. 15);
- één formulier (nr. 16).
7. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Van den Boogaard, voorzitter,
mrs. Koolen-Zwijnenburg en Jansen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier Meyer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 augustus 2007.