ECLI:NL:RBHAA:2007:BL9379
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Herinvesteringsreserve en staking van onderneming in belastingrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 28 november 2007, staat de vraag centraal of eiser recht heeft op een herinvesteringsreserve in verband met de boekwinst van € 126.920 die hij heeft gerealiseerd bij de verkoop van zijn aandeel in de vennootschap onder firma C. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003, die was berekend op een belastbaar inkomen van € 147.362. Tijdens de zitting op 16 november 2007 is eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. A, verschenen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. drs. B.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 2003 een gedeelte van zijn onderneming, namelijk het C-gedeelte, heeft gestaakt. Dit heeft gevolgen voor de mogelijkheid om een herinvesteringsreserve te vormen. De rechtbank oordeelt dat de stelling van eiser dat er sprake is van een herinvesteringsreserve niet kan worden gevolgd, omdat de staking van het C-gedeelte van de onderneming de vorming van een reserve uitsluit. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er geen sprake was van staking, ondanks zijn argumenten dat C en D één onderneming vormen.
De rechtbank concludeert dat de stelling van eiser over een herinvesteringsvoornemen niet verder besproken hoeft te worden, omdat dit niet relevant is voor de beslissing. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter Zandhuis, met griffier E. Hoekman aanwezig. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam, binnen zes weken na de verzenddatum.