ECLI:NL:RBHAA:2008:BC6999
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 18 maart 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. De man, die niet heeft meegewerkt aan het door de rechtbank bevolen DNA-onderzoek, is niet verschenen op de zitting van 4 februari 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man voldoende in de gelegenheid is gesteld om verweer te voeren tegen het verzoek van de vrouw, maar hij heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen op de zittingen. De bijzondere curator heeft volhard in het standpunt dat het vaderschap van de man moet worden vastgesteld. De rechtbank concludeert dat, gezien de omstandigheden en het feit dat de man het verzoek van de vrouw niet heeft weersproken, kan worden vastgesteld dat de man de verwekker is van de minderjarige. De rechtbank heeft het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toegewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank de man in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen tegen het verzoek van de vrouw tot het vaststellen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De rechtbank heeft bepaald dat het verzoek met betrekking tot de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige wordt aangehouden tot 31 juli 2008 pro forma. De man moet uiterlijk op 19 juli 2008 een verweerschrift indienen, anders wordt het verzoek van de vrouw als onweersproken toegewezen. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Otter, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.P. Joukes.