ECLI:NL:RBHAA:2008:BC7431
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van den Boogaard
- mr. Stefels
- mr. Jongeling
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne door bolletjesslikker
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 5 maart 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de opzettelijke invoer van 1.811,50 gram cocaïne. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was op het moment van de uitspraak gedetineerd in PI Midden Holland, HvB Haarlem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd aangemerkt als een 'first offender drugskoerier', maar omdat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne de 1.500 gram overschreed, waren de oriëntatiepunten voor drugskoeriers niet van toepassing. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor standaard koeriers, vastgesteld op 22 april 2003.
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 6 november 2007 te Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De bewezenverklaring was gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en proces-verbaal van bevindingen. De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 21 maanden geëist, maar de rechtbank besloot om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 14 maanden. Daarnaast werden verschillende in beslag genomen voorwerpen, waaronder geld en een vliegticket, verbeurd verklaard. De rechtbank heeft de teruggave van andere in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte gelast. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.