ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9140
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.A. Coyajee-Kappers
- C.A.M. van de Rest-van der Heijden
- P.M. Wamsteker
- Rechtspraak.nl
Zaaksvervanging en gemeenschappelijk eigendom van echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Haarlem, stond de vraag centraal of een appartement dat door de echtgenoot tijdens het huwelijk was verworven, als echtelijke woning moest worden aangemerkt. De eiser, die het appartement 11-13 had gekocht, vorderde dat de gedaagde, zijn ex-echtgenoot, het appartement zou verlaten. De rechtbank oordeelde dat het appartement, gelet op de huwelijkse voorwaarden, gemeenschappelijk eigendom was. De partijen waren op huwelijkse voorwaarden gehuwd en het huwelijk was ontbonden door echtscheiding. De rechtbank stelde vast dat de huwelijkse voorwaarden bepaalden dat de echtgenoten in gemeenschap van goederen waren voor het appartementsrecht, wat betekende dat het appartement als gemeenschappelijk eigendom moest worden beschouwd. De eiser had aangevoerd dat de gedaagde zonder recht of titel in het appartement verbleef, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval was. De rechtbank concludeerde dat het appartement 11-13 als echtelijke woning moest worden aangemerkt, en dat de gedaagde recht had om daar te blijven wonen. De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op dat moment op EUR 1.155,00 waren begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 13 februari 2008.