ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9324

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
28 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/751650-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • Mr. Verpalen
  • Mr. Kwak
  • Mr. Van Praag
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige hechtenis in strafzaak Cor van Hout

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 28 maart 2008, betreft het een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte Cor van Hout. De rechtbank heeft op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens geoordeeld dat de verdenking tegen de verdachte niet het niveau van ernstige bezwaren bereikt zoals bedoeld in artikel 67 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Dit oordeel is tot stand gekomen na het verhandelde ter terechtzitting op 27 maart 2008, waar zowel de officier van justitie als de verdachte en diens advocaat zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1963 en thans gedetineerd in het P.I. Midden Holland, HvB Haarlem, geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. Gezien het strafdossier en het bevel tot gevangenhouding van 27 december 2007, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de omstandigheden niet langer rechtvaardigen dat de verdachte in voorlopige hechtenis blijft.

Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis toe te wijzen en de invrijheidstelling van de verdachte te bevelen met ingang van 28 maart 2008 om 12.00 uur. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtsgang en de rechten van de verdachte, waarbij de rechtbank de relevante wetgeving in acht heeft genomen.

Uitspraak

RECHTBANK TE HAARLEM
OPHEFFING VOORLOPIGE HECHTENIS
Parketnummer: 15/751650-06
De rechtbank te Haarlem;
gelet op het verhandelde ter terechtzitting d.d. 27 maart 2008 en het
mondelinge verzoek strekkende tot opheffing van het bevel tot voorlopige
hechtenis van:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum], 1963 te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het P.I. Midden Holland, HvB Haarlem te Haarlem;
gezien het desbetreffende strafdossier;
gezien het bevel tot gevangenhouding d.d. 27 december 2007;
gehoord de officier van justitie en verdachte, alsmede diens advocaat;
OVERWEEGT:
De rechtbank is van oordeel, dat - gelet op de thans voorhanden onderzoeksgegevens - de verdenking tegen verdachte niet het niveau bereikt van ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 67 lid 3 Wetboek van Strafvordering en dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis behoort te worden ingewilligd.
gelet op artikel 69 van het Wetboek van Strafvordering.
BESCHIKT als volgt:
wijst toe het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
beveelt de invrijheidstelling van verdachte met ingang van 28 maart 2008, 12.00 uur.
Deze beschikking is gegeven op 28 maart 2008
door mr. Verpalen, voorzitter,
mrs. Kwak en Van Praag, rechters,
in tegenwoordigheid van De Koning, griffier.