ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9324
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Mr. Verpalen
- Mr. Kwak
- Mr. Van Praag
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige hechtenis in strafzaak Cor van Hout
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 28 maart 2008, betreft het een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte Cor van Hout. De rechtbank heeft op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens geoordeeld dat de verdenking tegen de verdachte niet het niveau van ernstige bezwaren bereikt zoals bedoeld in artikel 67 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Dit oordeel is tot stand gekomen na het verhandelde ter terechtzitting op 27 maart 2008, waar zowel de officier van justitie als de verdachte en diens advocaat zijn gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1963 en thans gedetineerd in het P.I. Midden Holland, HvB Haarlem, geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. Gezien het strafdossier en het bevel tot gevangenhouding van 27 december 2007, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de omstandigheden niet langer rechtvaardigen dat de verdachte in voorlopige hechtenis blijft.
Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis toe te wijzen en de invrijheidstelling van de verdachte te bevelen met ingang van 28 maart 2008 om 12.00 uur. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtsgang en de rechten van de verdachte, waarbij de rechtbank de relevante wetgeving in acht heeft genomen.