ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9453

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
3 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740432-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Verpalen
  • mr. Koolen-Zwijnenburg
  • mr. Lips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van bestuurderschap en betrokkenheid bij strafbare feiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 3 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1970 te Suriname, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten in verband met zijn rol als bestuurder van [X B.V.]. De tenlastelegging omvatte onder andere het niet voldoen aan administratieve verplichtingen en het wederrechtelijk zich toe-eigenen van goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van de feiten en een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werden vorderingen tot schadevergoeding ingediend door benadeelde partijen, maar deze werden niet-ontvankelijk verklaard na de vrijspraak van de verdachte.

De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte een functie als bestuurder of een gelijkwaardige positie bij [X B.V.] had vervuld. Dit gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat de verdachte niet het essentiële bestanddeel van het ten laste gelegde kwaliteitsdelict had vervuld. Ook voor de andere ten laste gelegde feiten kon de rechtbank geen bewijs vinden dat de verdachte als opdrachtgever of feitelijk leidinggever had gehandeld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de vorderingen ten grondslag lagen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740432-07
Uitspraakdatum: 3 april 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 maart 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te [woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, in of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, als bestuurder van [X B.V.], welke rechtspersoon in staat van faillissement is verklaard bij vonnis van de rechtbank Haarlem van 25 juli 2006, tezamen en in vereniging met (bestuurder) [medeverdachte] ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van de rechtspersoon, niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader [medeverdachte] de administratie van [X B.V.] over de periode 10 oktober 2005 tot en met 25 juli 2006 (datum faillissement) niet of niet geheel overhandigd aan de curator in het faillissement van [X B.V.];
2.
PRIMAIR:
[X B.V.] in of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, een airconditioner (merk: Calorex), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, diverse software en/of hardware producten (merk: Dell, met een totale waarde van 27.975,42 euro), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer2] en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 18 september 2006, een personenauto (merk: Lexus, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer3], en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 24 augustus 2006, een personenauto (merk: Audi, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer4];
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, een personenauto (merk: BMW, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan BMW Financiel Services B.V.,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde benadeeld(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als leaser, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend,
tot welk(e) boven omschreven verboden gedraging(en) begaan door een rechtspersoon verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar opdracht heeft/hebben gegeven althans aan welk(e) boven omschreven verboden gedraging(en) begaan door een rechtspersoon verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar feitelijk leiding heeft/hebben gegeven;
SUBSIDIAIR:
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, een airconditioner (merk: Calorex), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, diverse software en/of hardware producten (merk: Dell, met een totale waarde van 27.975,42 euro), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer2] en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 18 september 2006, een personenauto (merk: Lexus, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer3], en/of
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 24 augustus 2006, een personenauto (merk: Audi, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer4];
- op of omstreeks de periode van 25 juli 2006 tot en met 29 mei 2007, een personenauto (merk: BMW, kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan BMW Financiel Services B.V.,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde benadeeld(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als leaser, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend,
3.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2006 tot en met 22 mei 2006 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
- twee, althans een of meer brie(f)(ven)/offerte(s) voor verbouwing van het pand aan de [adres], opgemaakt op of omstreeks 01 mei 2006 (D 030A en D 030B), en/of
- een brief/offerte voor het uitbreiden E-installatie project [adres], opgemaakt op of omstreeks 22 mei 2006 (bijlage D031), en/of
- een brief/offerte voor het verrichtten van diverse verbouwingswerkzaamheden bij Illusions Games, [adres], opgemaakt op of omstreeks 22 mei 2006 (bijlage D 032);
(telkens) zijnde een geschrift dat (telkens) bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en of zijn mededader(s) valselijk (telkens) op voornoemde geschriften opgaaf gedaan van kosten die zouden worden gemaakt door [bedrijf A] en/of [bedrijf B] in het kader van een verbouwing in het pand van [X B.V.] aan de [adres], terwijl deze werkzaamheden niet zouden worden uitgevoerd, dan wel niet zouden worden uitgevoerd door [bedrijf B], zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijsbeslissing
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van twee jaren.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank zal toewijzen de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1] tot een bedrag van € 7.249,62 en de van de benadeelde partij [benadeelde partij2] tot een bedrag van € 28.563,21. Tevens vordert de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel in verband met de schadevergoedingsverplichtingen aan [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] onder bepaling dat verdachte en zijn medeverdachte ten aanzien van die vorderingen hoofdelijk aansprakelijk zijn.
3.2 Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1, 2 primair en subsidiair en 3 ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit de stukken in het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat verdachte een functie als bestuurder of daarmee gelijk te stellen positie bij [X B.V.] heeft vervuld. Daarmee kan niet bewezen worden dat verdachte het essentiële bestanddeel van het ten laste gelegde kwaliteitsdelict heeft vervuld. Ten aanzien van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten geldt, dat de rechtbank aan de stukken van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting geen aanknopingspunten kan ontlenen die zouden leiden tot bewijs voor een bijdrage van verdachte aan de verboden gedragingen op een niveau dat hij daarmee moet worden aangemerkt als opdrachtgever of feitelijk leidinggever (feit 2 primair) dan wel als medepleger in de betekenis die daaraan krachtens wet en jurisprudentie toekomt. Van de voor het bewijs van medeplegen vereiste bewuste nauwe en volledige samenwerking is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake nu het steeds medeverdachte [medeverdachte] is geweest, die op eigen gezag en initiatief de onder feit 2 gestelde gedragingen heeft verricht en verdachte met betrekking tot de onder feit 3 ten laste gelegde valsheid in geschrift in het geheel niet in beeld komt.
4. De benadeelde partijen
4.1 Vordering benadeelde partij [benadeelde partij1]
De benadeelde partij [benadeelde partij1] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 19.525,84 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het verdachte onder 2 ten laste gelegde feit heeft geleden.
Aangezien verdachte wordt vrijgesproken van dat feit, zal de benadeelde partij niet in haar vordering kunnen worden ontvangen.
4.2 Vordering benadeelde partij [benadeelde partij2]
De benadeelde partij [benadeelde partij2] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 39.379,78 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het verdachte onder 2 ten laste gelegde feit heeft geleden.
Aangezien verdachte wordt vrijgesproken van dat feit, zal de benadeelde partij niet in haar vordering kunnen worden ontvangen.
5. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de hem onder feit 1, 2 primair en subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten.
Verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] niet-ontvankelijk in hun respectievelijke vorderingen.
6. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Verpalen, voorzitter,
mr. Koolen-Zwijnenburg en mr. Lips, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Ket.
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2008.
Mr. Ket is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.