ECLI:NL:RBHAA:2008:BD0014
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst na mishandeling door collega en gevolgen voor werknemer
In deze zaak verzocht de besloten vennootschap Prins Staalhandel B.V. om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer [verweerder], na een reeks van gebeurtenissen die zijn oorsprong vonden in een mishandeling door een collega, [YYY]. De mishandeling vond plaats in augustus 2005, waarna [YYY] door Prins werd ontslagen, maar later weer in dienst werd genomen. Dit leidde tot een conflict, waarbij [verweerder] zich ziek meldde na de herindiensttreding van [YYY]. Prins stelde dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ontbonden moest worden omdat de mediation was mislukt en [verweerder] niet bereid was om te werken zolang [YYY] in dienst was.
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende gewichtige redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, aangezien beide partijen de beëindiging wensten. De rechter erkende echter ook dat de gevolgen van de herindiensttreding van [YYY] voor [verweerder] binnen de risicosfeer van Prins vielen. De rechter concludeerde dat Prins onvoldoende open en onbevooroordeeld had gehandeld tijdens de mediation en dat de extra argumenten die Prins aanvoerde voor ontbinding niet overtuigend waren.
Uiteindelijk werd de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 mei 2008, en werd aan [verweerder] een vergoeding van € 12.590,00 bruto toegekend, gebaseerd op een correctiefactor van 1,5. De rechter oordeelde dat de werkgever verantwoordelijk was voor de ontstane situatie en dat de gevolgen van de herindiensttreding van [YYY] voor [verweerder] niet genegeerd konden worden. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.